Arne Decraene
Anderlecht neemt afscheid van een icoon. Niet op of rond het veld, maar wel op de borst. Na net geen 40 jaar komt er straks namelijk een einde aan de samenwerking met shirtsponsor BNP Paribas Fortis, in een ver verleden ooit zelfs nog met de G van Generale Bank op de Paars-Witte truitjes terug te vinden. In 2009 deed het huidige logo dan weer haar intrede, waarmee de Brusselaars ook nog tal van successen boekten. In die elf jaar pakte Anderlecht immers maar liefst vijf titels en zag het Lotto Park terwijl tal van sterren passeren. Wij stelden een ultieme elftal samen uit deze vruchtvolle periode.
GK: Silvio PROTO
Met alle respect voor Hendrik Van Crombrugge, maar tussen de palen heerst weinig twijfel. Silvio Proto was bij vier van de vijf titels de nummer één onder de lat, werd daarbij tweemaal uitgeroepen tot Doelman van het Jaar en stond zelfs twee keer op rij op het podium bij de Gouden Schoen. Puntenpakker, aanvoerder en absoluut icoon voor de recordkampioen, waar hij in 372 optredens 148 keer de nul wist te houden.
RA: Guillaume GILLET
Cultfiguren als Marcin Wasylewski of Anthony Vanden Borre zijn wellicht populairder, en leverden ook op sportief vlak hun bijdrage. Toch voorzien we hier graag een plaatsje voor Guillaume Gillet. De polyvalente duizendpoot was in 330 matchen voor Paars-Wit, waarin hij zowat overal op het veld terug te vinden was, goed voor 62 doelpunten, 40 assists en vier landstitels. Vaak wat onderschat, maar een rasechte winnaar.
CV: Vincent KOMPANY
Toegegeven, in het gros van Vincent Kompany zijn 119 wedstrijden voor Anderlecht prijkte gewoon nog Fortis op zijn borst. Bovendien heeft Roland Juhasz in totaal een pak meer duels én prijzen in België op zijn conto staan, en verdient Chancel Mbemba eveneens een eervolle vermelding. Toch kiezen we hier voor de klasse van Kompany, die Sporting nu ook met een nieuwe sponsor – Belfius? – naar succes moet loodsen.
LA: Olivier DESCHACHT
Concurrenten bij de vleet doorheen de jaren, maar allen mochten ze even snel beschikken als ze gekomen waren. Links achterin trok Olivier Deschacht tenslotte toch telkens weer aan het langste eind. Het voorbije decennium bracht Oli ook nog heel wat tijd in het hart van de defensie door, om zo uiteindelijk af te tikken op 601 optredens voor Anderlecht. Vanzelfsprekend kon de recordman in dit elftal dus niet ontbreken.
CM: Lucas BIGLIA
Een comeback zit er niet meer in, maar de roep van de fans om Lucas Biglia spreekt boekdelen over diens status in het Lotto Park. De Argentijnse metronoom was er goed voor 18 treffers en 51 assists in 303 duels, vaak als aanvoerder, alvorens na wat geruzie te vertrekken. Zij het niet zonder met een rake vrije trap in 2013 nog snel eigenhandig een vierde titel binnen te halen. Een van de laatste echte Prinsen van het Park.
CM: Youri TIELEMANS
Cheikhou Kouyaté, Leander Dendoncker en zelfs Sacha Kljestan: potentiële partners in de as genoeg. Toch koppelen we Biglia aan zijn eigen troonopvolger, want een piepjonge Youri Tielemans kwam kort na diens afscheid piepen. De tweevoudig Belofte van het Jaar won twee titels in vier seizoenen, waarin hij 185 keer aantrad, 35 keer scoorde en 31 assists afleverde alvorens een recordbedrag van 25 miljoen op te leveren.
CAM: Dennis PRAET
De Gouden Schoen wist Tielemans echter nooit te winnen, in tegenstelling tot Dennis Praet. Die sleepte de editie van 2014 in de wacht en trok anderhalf jaar later naar Italië, waar duidelijk werd dat zijn toekomst lager op het veld ligt. In Anderlecht werd hij dan weer geregeld naar de flank verdrongen, maar zijn beste periode beleefde Praet – in totaal goed voor 27 doelpunten en 39 assists in 182 matchen – er toch op de 10.
RB: Matías SUAREZ
Ook de beste rol voor Matías Suarez, laureaat Gouden Schoen 2011 en even later tevens tot Profvoetballer van het Jaar gekroond, was open voor interpretatie. Bovendien verliep zijn vertrek nog een pak rommeliger dan dat van Biglia, maar het pure talent stond nooit ter discussie. Uiteindelijk heeft de Argentijn toch ook 241 wedstrijden voor Paars-Wit op zijn naam, met 68 goals en 60 assists. Jammer van die verdomde knie.
LB: Mbark BOUSSOUFA
De Gouden Schoenen stapelen zich nu op, want in 2010 nam Mbark Boussoufa voor de tweede keer de eer in ontvangt – om dan in ware Pozuelo-stijl voor de play-offs naar Rusland te verhuizen. De onvervalste koning van de assist – 86 stuks in 207 duels, aangevuld met 58 treffers – liet in bijna vijf jaar tijd evenwel een blijvende indruk na. En troeft zo zelfs Milan Jovanovic ruimschoots af voor een plekje in onze voorlinie.
SP: Romelu LUKAKU
Die wordt gedragen door twee sterke beren, te beginnen met Romelu Lukaku. Op 16-jarige leeftijd meteen topschutter en derde in de Gouden Schoen, in totaal goed voor 41 doelpunten en 18 assists in 98 matchen. Straffe cijfers voor een tiener die na twee jaar naar Chelsea trok, al bleef hij qua titels zo steken op één stuk. Lukaku beloofde wel ooit terug te keren naar de club van zijn hart. De fans kunnen alvast niet wachten.
SP: Dieumerci MBOKANI
Een hereniging met Dieumerci Mbokani zit er wellicht nooit meer in, want de kans om hem nog eens terug te halen liet Anderlecht tot tweemaal toe liggen. Zonde, want in Antwerp bewijst Dieu verre van versleten te zijn. In het Lotto Park was hij van 2011 tot 2013 echter nóg beter, zo getuigen 43 goals en 16 assists in 69 duels, twee titels én een Gouden Schoen. Topkwaliteit waar zelfs Aleksandar Mitrovic niet aan kan tippen.
LEES OOK: Harde cijfers tonen aan: Belgisch voetbal in verval
