Breaking news, zo tweette Club Brugge vlak voor de ingang van het weekend, al was dat nieuws toen eigenlijk al bekend. Na een frustrerende strijd van 14 jaar kondigde voorzitter Bart Verhaeghe trots aan dat er eindelijk een doorbraak in het aanslepende stadiondossier werd bereikt. Tegen 2022 moet de nieuwe voetbaltempel er staan, zij het niet op een van de vele locaties die het afgelopen decennium de revue passeerden maar wel op de huidige site van Jan Breydel. Een listige zet, zo blijkt wanneer we de plannen ontleden.
Loppem, Chartreuse, Knokke-Heist en als laatste de Blankenberge Steenweg, waar stadsgenoot Cercle nu mag proberen om de vereiste vergunningen in orde te krijgen. Stuk voor stuk opties die de voorbije jaren van tafel werden geveegd. Oost west, thuis best, dacht Blauw-Zwart dan maar, en dus blijft de Olympialaan in Sint-Andries ook de komende jaren het toneel waar Club haar ambities waar wil maken. Niet in het Jan Breydelstadion, dat eens beide bezetters hun intrek hebben genomen in hun nieuwe woonst zal worden omgetoverd tot een parking met park. Wel in een gloednieuwe tempel op de huidige oefenvelden ernaast.
FINANCIËLE MAXIMALISATIE
Dat Verhaeghe zijn oorspronkelijke plannen liet vallen en zich achter dit alternatief besloot te scharen, is geen verrassing. Na alle procedures is tenslotte niet alleen het Brugse geduld, maar om de preses te citeren ook het Jan Breydelstadion zélf op. Hoewel sindsdien uiteraard de nodige aanpassingen gebeurden, is het in 1975 gebouwde complex immers hopeloos verouderd en niet meer conform met de normen van deze tijd. Noch op het vlak van comfort voor de supporters, noch wat financiële maximalisatie betreft. Nieuwe investeringen lijken echter zinloos, vermits het nu toch al geruime tijd de bedoeling is om te verhuizen.
Wanneer we het hebben over de inkomsten die Club vandaag laat liggen spreken we trouwens niet alleen over de nood aan meer loges en business seats, maar vooral over de hoeveelheid zitjes in het algemeen. Jan Breydel telt in theorie een capaciteit van iets meer dan 29.000 plaatsen, al gaan daarvan natuurlijk nog een aantal uit naar tegenstanders en pers. Ruwweg geschat blijven er zo nog een 27 000-tal plekjes over, waarvan 24.000 bezet worden door fans met een abonnement. Die gingen dit seizoen sneller dan ooit de deur uit, dat de Bruggelingen liever telkens 40.000 tickets zouden aanbieden willen we dus best geloven.
HINDER & OVERLAST
Het nieuwe voorstel werd door het leeuwendeel van de aanhang dan ook op gejuich ontvangen, al viel op sociale media en supportersfora toch telkens weer dezelfde bedenking te horen. Samen met de mogelijke overlast voor de buurtbewoners roept namelijk vooral de mobiliteitskwestie veel vraagtekens op. Als het nu al zo moeilijk manoeuvreren is op matchdagen, wat zal dat dan geven wanneer plots 10.000 man extra opdaagt? Tenslotte telt Club Brugge fans over het hele land, die zich dus veelal met de auto door de lokale woonwijken murwen. Zeker aangezien de opties op het vlak van openbaar vervoer daar eerder beperkt zijn.
Ook parkeergelegenheid is een issue, al wordt daar dus al enigszins een mouw aan gepast eens Cercle verhuist – voorlopig evenmin een sinecure. Daarnaast mogen we ons volgens burgemeester Dirk De fauw aan nieuwe 'groene' parkings verwachten, wordt er een perimeter exclusief voor bewoners voorzien en zullen shuttlediensten de supporters van en naar randparkings voeren. Mooie plannen, al blijft het bang afwachten of de locals dat ook zo zien. Samen met milieuverenigingen, politieke instanties en concurrenten als Antwerp-voorzitter Paul Gheysens liepen de vorige dossiers immers precies op dat heikel thema spaak.
BETER EEN GOEDE BUUR ...
Tot slot oppert De fauw dat nu slechts om de twee weken zal worden gevoetbald op de site in plaats van elk weekend, een stelling die wel pas opgaat eens Cercle een oplossing heeft gevonden. In de tussentijd gaat de huidige gang van zaken gewoon verder, zij het wel met 10.000 man meer over de vloer. Bovendien zullen ook de werken voor flink wat overlast zorgen, al lijkt het wel de intentie om die aan een rotvaart uit te gaan voeren. Maar best ook, want tijdens de bouw blijft Club zelf dus eveneens actief in Jan Breydel. Champions League-voetbal naast een werf: ideale omstandigheden kunnen we het bezwaarlijk noemen.
Hoewel het vrijdag even leek alsof ze de eerste steen daags nadien al zouden leggen, is het nu nog veel te vroeg om victorie te kraaien. Het stadsbestuur zet wel eindelijk haar schouders onder het project, en dus is enige feeststemming gerust op zijn plaats. Met hier en daar ook al de nodige tegenwind is het echter nog maar de vraag of de omgevingsvergunning nog voor nieuwjaar, zoals Verhaeghe het zelf zou willen, in orde zal komen. Of Cercle plots wél vaart zal krijgen in het dossier aan de Blankenbergse Steenweg valt ook nog af te wachten. Al lijkt de weldra dus misschien letterlijke buur dat op dit moment bijzaak te vinden.
LISTIGE ZET
Dankzij de nieuwe plannen met de huidige ligging zet Club voor het eerst sinds jaren een fikse stap vooruit richting een stadion dat er eigenlijk al acht jaar had moeten staan, dus dat die hete aardappel daarbij wordt doorgeschoven naar Cercle neemt Blauw-Zwart er graag bij. In welke mate we er écht mogen vanuit gaan dat de stadsgenoten snel van elkaar gescheiden zullen worden, is zo evenwel nog een ander paar mouwen. Per slot van rekening moet de Vereniging net zo goed nog toestemming krijgen om op de nieuwe locatie aan de slag te gaan, een project dat de rode lantaarn op niet al te veel enthousiasme lijkt te ontvangen.
In zijn haast om eindelijk een nieuwe voetbaltempel neer te poten, deed Verhaeghe dan ook een beroep op een listige zet. Door zich te wenden tot de huidige site, vermijdt de Brugse voorzitter de obstakels die hem in het verleden de weg blokkeerden. De omgeving kan iets minder protesteren, want zij zijn de drukte op wedstrijddagen gewend. Gheysens en co kunnen hem dan weer geen strobreed in de weg leggen, want zij hebben hier geen inspraak. En tot slot zijn de politieke instanties en milieuverenigingen tevreden, want zij zien geen nieuwe gronden genuttigd worden. Of toch althans niet voor het stadion van Club Brugge.
ROOSKLEURIG BLAUW-ZWART
Of Cercle wél snel een nieuwe thuis vindt zullen we nog zien, maar in de tussentijd is hun nakende verhuis alvast hoopvolle toekomstmuziek voor een omgeving die overlast vreest. Opnieuw, een sluwe zet. Een gedwongen vertrek ook, al speelt de Vereniging wat Club betreft allicht desnoods nog jaren in Jan Breydel. Als zij er zelf maar zo snel mogelijk kunnen beschikken. Door alles zo rooskleurig mogelijk voor te stellen, doet Blauw-Zwart daarom haar uiterste best om bij alle betrokken partijen – van bewoners over fans tot de politiek – elke twijfel weg te nemen. In al zijn enthousiasme liep Verhaeghe misschien wel wat op de zaken vooruit, net zoals hij dat eerder deed bij de BeNeLiga. Kwalijk kunnen we het hem nu echter niet nemen, want geduld heeft hij in dit dossier genoeg getoond. De tijd om actie te ondernemen en Club Brugge het stadion te geven waar het al zo lang op wacht, is aangebroken. De nadelen van zijn nieuwe en listige plan, die neemt hij er maar al te graag bij.