Vincent Kompany krijgt met Bayern München woensdag Club Brugge over de vloer in de Champions League. Tijdens zijn traditionele persbabbel vooraf werd de coach uiteraard ook even gepolst naar de gang van zaken bij zijn ex-club RSC Anderlecht, dat nu al een tijdje zijn meerdere moet erkennen in de aarstrivaal uit Brugge.
Kompany stak daarbij zijn persoonlijk concurrentiegevoel ten opzichte van Blauw-Zwart niet onder stoelen of banken, al betuigde hij tevens zijn respect voor het geleverde werk in Jan Breydel. "Brugge heeft zijn huiswerk de laatste jaren gewoon goed gemaakt. Het staat niet onverdiend waar het nu staat, met een heel competitieve kern."
LEES OOK: Kompany doet boekje open over rivaliteit met Club Brugge
Kompany steunt Anderlecht"Maar dat kan altijd keren", aldus het icoon van Paars-Wit, die niet inging op de zoveelste paleisrevolutie in het Lotto Park. Noch een kwaad woord veil had over de ploeg van zijn hart. "Je denkt toch niet dat ik voor een match tegen Brugge tegen de schenen van Anderlecht ga stampen? No way. Ik blijf supporter", klonk het gekscherend.
Kompany wil dan ook niet te veel vergelijkingen maken. "Het zijn totaal gescheiden verhalen, maar voor Anderlecht is het een kwestie van tijd", gelooft hij dat de recordkampioen er vroeg of laat wel weer bovenop zal komen. Al kan ook de voormalige speler en trainer van Paars-Wit niet onkennen hoe Club de fakkel heeft overgenomen.
Balans tegen Club Brugge
"In mijn tijd als speler was Anderlecht nooit de underdog tegen Club Brugge, toen ik trainer was wel", reageert Kompany op een vraag van een Duitse journalist, die tot zijn eigen verbazing vaststelt dat zijn laatste zes ontmoetingen met Blauw-Zwart telkens eindigden op een gelijkspel. "Ik wou in die matchen vooral vooruitgang boeken."
"Anderlecht had toen nog een beetje het Bayern-gevoel, dat ze alles moesten winnen, maar de realiteit was dat we financieel in een andere categorie speelden. Zij hadden veel meer middelen om te investeren, terwijl wij een heel jonge ploeg hadden. De waarheid was dus dat we zoals in een echte klassieker vooral moesten vechten."