Internazionale houdt de deur op een kier bij Aleksandar Stankovic. Transferwatcher Matteo Moretti zegt dat Milaan op vinkenslag staat, net nu hij bij Club Brugge de metronoom speelt. Blauw-zwart kan morgen de controle over het dossier kwijt zijn. Hoe strak zit het touwtje naar Milaan — en waarom doet net dát Bart Verhaeghe beven?
LEES OOK: Club vindt wéér goud: "Die gaan ze niet lang houden"
Stankovic heeft een retourtje naar MilaanClub Brugge betaalde tien miljoen voor Aleksandar Stankovic en tekende tegelijk in op een Italiaanse realiteit: een talent kopen met de deur op een kier richting retour naar Milaan. Internazionale heeft een terugkoopoptie — 23 miljoen in 2026, 25 miljoen in 2027 — en een stukje van de meerwaarde (12 à 15%) als Club hem later aan iemand anders verkoopt.
Stankovic speelt zich al na enkele weken in Jan Breydel in de ploeg alsof hij er jaren staat, en dat is exact waarom Club deze deal wílde. Tom Boudeweel was helder na AS Monaco: “Niemand spreekt nog over Jashari.” Hein Vanhaezebrouck, doorgaans karig met complimenten, legde het nog scherper: Stankovic past zich blindelings in, bewaakt de balans en claimt niet de rol van Vanaken.
Stankovic doet het simpel, snel, zonder theater. Eén keer kijken, twee keer tikken. Hij toont timing, lef, wedstrijdintelligentie. Dat is de kern van dit dossier. Club is niet gezwicht voor een hype, maar voor een profiel. Een pure controleur die het tempo bepaalt, de eerste pass zuiver houdt en de rest laat excelleren.
Internazionale blijft Stankovic warm houden
Maar die clausule dan? Op papier blijft Stankovic vasthangen aan Milaan. Italië leeft al jaren met buy-backs. Inter werd een paar keer gebeten door jongens die elders ontploften. Logisch dat ze hun transferbeleid beter willen verzekeren. Voor Club is het de prijs van het hoger marktsegment: wil je een twintigjarige met dit plafond, dan betaal je in cash bij aankoop, en een in flexibiliteit.
Dat hoeft niet per se slecht te zijn, zolang de sportieve winst vandaag groter is dan de hypothetische winst later. Stel dat Inter in 2026 toehapt aan 23 miljoen. Dat is ruim winst op de aankoop en lonkende bonussen, maar vooral: dan heb je twee seizoenen lang prestaties, punten en Europese geloofwaardigheid gekocht.
Als hij Brugge mee naar een titel of een Europese kwartfinale loodst, heb je het geld er twee keer uit. En als Inter níét toehapt? Dan blijft de jackpot open, met die 12 à 15% voor Inter als kost voor de springplank. Dat is geen drama. Dat is de tol die je betaalt om in zo’n vijver te mogen vissen.
Dat maakt Stankovic een dossier dat je als topclub “warm” houdt. Vandaar dat de Italiaanse transferwatcher Matteo Moretto meldt dat ze hem van heel nabij volgen. Inter denkt in cycli. 2026 is zo’n cyclus: als Stankovic hier doorbreekt, dan is 23 miljoen een koopje.
Met Verhaeghe als aanjager: Club liet zich niet rollen
Club Brugge heeft gedaan wat de markt vraagt, maar op eigen voorwaarden. Een jaar geleden heette de maatstaf “zes miljoen”. Vandaag is tien miljoen geen paniek, maar ambitie. Bart Verhaeghe duwde het dossier vorige zomer door en — nog belangrijker — tekende een plan uit dat klopt met de invulling op het veld. Dat is het verschil tussen “iemand halen” en “een puzzel leggen”.
Stankovic is niet gekocht om gaten te vullen. Hij is gekocht om het ritme te dicteren, om Vanaken niet te overladen en Onyedika te laten bijten waar het moet. Wie dan toch naar Jashari wil kijken, mag dat doen, maar enkel als referentiepunt. Net daarom hoor je nu al: “Die gaan ze niet lang kunnen houden.”
Dat klinkt als verlies, maar het is winst. Als een jongen zo goed is dat hij twee jaar later door Inter teruggekocht kan worden, dan heeft hij je in die twee jaar naar een hoger niveau gedragen. En dan krijg je ook nog geld. Er is natuurlijk het risico dat je met een dure pion achterblijft als hij niet doorbreekt, maar alles wijst de andere kant uit.
Als Stankovic zo blijft, heeft Club Brugge zich niet laten rollen door Inter. Dan hebben ze Milaan net gebruikt waar het telt: als tussenstation naar succes. En dat is de enige buy-back die echt telt: punten, prijzen, prestige.