De gebeurtenissen rond de bekerfinale van zondag tussen Club Brugge en Anderlecht zinderen nog altijd zeer hard na. De beelden en getuigenissen van het geweld in Molenbeek voor de match en op de Brusselse metro na de match gingen de voorbije dagen gretig rond.
De rellen bleven ook niet zonder gevolgen, want de burgemeester van Anderlecht besliste intussen om geen Brugse supporters toe te laten voor de confrontatie tussen Anderlecht en Club op 18 mei in het Lotto Park.
"Helft relschoppers heeft geen band met Club"
Dat is uiteraard een enorme klap voor Club en zijn fans. Steven De Smet, voormalig hoofdcommissaris van de Gentse politie, vindt het niet logisch dat Blauw-Zwart met de vinger gewezen wordt voor de ontsporingen voor de match.
"Ik ben er zeker van dat minstens de helft van de relschoppers die gelinkt worden aan Club Brugge geen enkele band met de club hebben", stelt hij in Het Laatste Nieuws. "Neem het voetbal weg, en die ‘hooligans’ opereren in het centrum van de steden en dan zit de lokale politiek weer met het probleem."
Zijn clubs verantwoordelijk voor hun fans buiten het stadion?
Voor De Smet is het dan ook logisch dat clubs verantwoordelijk gehouden worden voor het gedrag van hun supporters binnen het stadion, maar buiten het stadion vindt hij dat veel minder logisch.
"Dat vind ik onzinnig. Dan moeten politie, politiek en bij uitbreiding de hele maatschappij hun rol ook spelen", oordeelt hij. "Om het cru te zeggen: voor de lokale politiek is het handig dat er hooligans zijn. Door ze te situeren in de voetbalstadions en ze hooligans te noemen creëert men de illusie dat er geen problemen zijn in de centra van de steden en daar alles oké is."