Roberto Martinez heeft zijn huiswerk voor het WK in Qatar grotendeels klaar, want donderdagmiddag rekende hij af met zijn belangrijkste taak. Hij stelde immers zijn 26-koppige selectie voor en had daarbij geen grote verrassingen in huis. De bondscoach houdt grotendeels vast aan dezelfde kern die hem de voorbije jaren al diensten bewees.
In vergelijking met het WK vier jaar geleden zijn maar liefst 16 van de 23 spelers er opnieuw bij. Van de afvallers zijn Kompany, Vermaelen, Dembélé en Fellaini gestopt, terwijl Boyata, Januzaj en Chadli gepasseerd werden. Dat betekent dat tien nieuwe spelers erbij gekomen zijn, maar eigenlijk wordt geen van hen in de basis verwacht op het toernooi.
De ploeg van Martinez blijft dus grotendeels dezelfde in 2018, alleen zijn alle spelers intussen vier jaar ouder. Desondanks trekt de Spanjaard een opmerkelijke conclusie. "Ik voel dat we sterker zijn dan in 2018", verklaart hij immers in Sport/Voetbalmagazine. "We hebben twee spelers per positie, soms verschillende, die in staat moeten zijn om te presteren. In 2018 moesten we bijvoorbeeld bijsturen toen Thomas Meunier geel geschorst was. Nacer Chadli moest toen op rechts spelen tegen Frankrijk."
LEEFTIJD
Dat is toch een verrassende vaststelling van Martinez, want de publieke consensus lijkt toch eerder andersom te zijn. Wat de positie van Meunier betreft, heeft Martinez wel gelijk dat er sindsdien met Timothy Castagne een waardige concurrent opgestaan is. Verder lijkt het er toch vooral op dat de jaren stilaan vat beginnen te krijgen op heel wat spelers, waarbij vooral van jongens als Vertonghen, Eden Hazard en Mertens kan gezegd worden dat ze niet meer het niveau van vier jaar geleden halen. Martinez blijft echter halsstarrig aan hen vasthouden en weigert om hen te slachtofferen voor opkomende spelers, zoals bijvoorbeeld Leandro Trossard.