Carl Hoefkens heeft de voetbalwereld al weten te verbazen in zijn eerste maanden als hoofdtrainer. Velen gaven geen cent om de kansen van de debuterende coach bij een Club Brugge dat na drie titels op rij weleens verzadigd zou kunnen zijn, maar de 44-jarige slaagde er zowaar in om Club naar de achtste finales van de Champions League te leiden.
Woensdag trok Club de kwalificatie over de streep met een 0-0-gelijkspel op Atletico Madrid en die lijn trok het zondag door in de Jupiler Pro League. Het won immers ook nog de klassieker met 0-1 van Anderlecht. Rode draad doorheen beide wedstrijden was echter het feit dat Club de nodige kansen weggaf, maar telkens overeind gehouden werd door een onwaarschijnlijk sterke Simon Mignolet.
"Ik ben deze week bij manier van spreken vijf jaar ouder geworden", geeft Hoekens toe op de website van Club. "Zeker als je twee keer het laatste kwartier zo moet ondergaan. Maar het doet mij nog meer plezier om die gasten op die manier te zien werken, als team, als geheel. Dat is een gevoel dat heel moeilijk te vervangen is. Het is sowieso niet vanzelfsprekend als een tegenstander all-in gaat, want op dat moment is het alles of niets."
ZEVEN HANDEN
Uiteraard kon Hoefkens ook niet heen om zijn keeper. "Simon heeft op dit moment zeven handen. Dan dwing je dat geluk bij die redding gewoon af", klonk het immers. Dat heeft er in ieder geval voor gezorgd dat Club nu genaderd is tot op zes punten van de koppositie. Het profiteerde zo optimaal van de nederlaag van Antwerp, dat Genk nu moet laten voorgaan in het klassement.