De openingsspeeldag van het nieuwe seizoen stond meteen bol van de discutabele fases. Tijdens de eerste wekelijkse duiding op het afgelopen voetbalweekend viel er voor het Referee Department dan ook heel wat te bespreken.
Zo had AA Gent volgens het PRD tegen Standard recht op twee strafschoppen die niet werden toegekend. Voor het overige hadden de scheidsrechters en hun team het bij de meeste penaltygevallen wél bij het rechte eind. Zo kregen Club Brugge en Antwerp terecht een elfmeter tegen respectievelijk KRC Genk en KV Mechelen, terwijl KV Oostende ondanks de onvrede bij Yves Vanderhaeghe tegen Anderlecht geen aanspraak maakte op een kans vanaf de stip.
Voorts gaat het Referee Department akkoord met elk van de drie rode kaarten die werden uitgedeeld, telkens na twee keer geel. Pas in het slot van het rapport volgt dan weer nog een opmerkelijke passage. "Tijdens de wedstrijd Westerlo – Cercle Brugge was de calibratie van de offside line niet mogelijk vanwege de lage positie van de 16 meter-camera's", klinkt het namelijk. Daarom kregen we geen duidelijke herhaling van Lyle Foster zijn afgekeurde 2-0 te zien.
HEISA VAN HEIN
"Voor de buitenspelsituatie in minuut 74 was er geen beeld beschikbaar om de positie van de Westerlo-aanvaller te beoordelen, dus de VAR steunde de initiële beslissing van de assistent", deelt het PRD nog mee. De fameuze blunder kostte de promovendus geen punten, maar na de heisa aan het eind van de afgelopen campagne lijkt het VAR-systeem dus toch nog steeds niet volledig op punt te staan. Hein Vanhaezebrouck, toen niet te spreken over de technische omkadering, houdt zijn hart ongetwijfeld al vast.