Een maand geleden leek de toekomst Club Brugge nog tegemoet te lachen, maar sindsdien stak het coronavirus een stok voor de sportieve wielen. Nu draait ook de aangekondigde beursgang op een domper uit. Donderdag geraakte namelijk bekend dat Blauw-Zwart haar staart weer moest intrekken.
Diverse redenen liggen daarvoor aan de grondslag, waaronder de eerder negatieve berichtgeving in de pers. Zo werd sterk gefocust op het feit dat Bart Verhaeghe en co geen nieuwe aandelen zouden uitgeven, maar van plan waren een stuk van hun eigen portie van de hand te doen en dus zelf te cashen. Eventueel geïnteresseerde fans werden zo afgeschrikt, terwijl ook diverse experts hun duit in het zakje deden door – terecht – de verbonden risico's aan het investeren in een voetbalploeg te benadrukken. Daarnaast was er aanvankelijk sprake van een uiterst hoge waardebepaling, die uiteindelijk wel nog fors werd ingeperkt.
Desalniettemin redenen genoeg dus om het enthousiasme bij de doorsnee supporter te temperen. In een analyse van de gang van zaken de voorbije weken merkt Het Nieuwsblad verder op dat ook de institutionele beleggers echter niet stonden te springen voor de plannen van de landskampioen, waarin de toekomst mogelijk net iets te rooskleurig werd voorgesteld. Tot slot wijst de krant nog op de financiële kater die Club bovenop het geleden gezichtsverlies overhoudt aan de operatie. In de prospectus viel immers te lezen hoe de koploper reeds 2,2 miljoen betaalde om naar de beurs te trekken, tot nader order weggesmeten geld.