De kwartfinale van de Croky Cup tussen Standard en Club Brugge heeft heel wat stof doen opwaaien. Zo werd de Brugse gelijkmaker in de slotminuten eerst afgekeurd, vervolgens toch toegewezen en uiteindelijk weer afgekeurd. Dat laatste bleek ook de juiste beslissing, maar de manier waarop die tot stand kwam zorgde uiteraard voor een pak commotie.
Nochtans had dit allemaal vermeden kunnen worden indien een videoref aanwezig was geweest op Sclessin. De Raad van Bestuur van de Pro League besloot echter om geen VAR in te zetten tijdens de kwartfinales van de beker. Wegens technische redenen kon er immers geen videoref worden ingeschakeld tijdens Eupen-AA Gent. De Pro League vond dat daardoor niet alle ploegen gelijk behandeld konden worden en besloot om ook in de drie andere wedstrijden geen VAR in te schakelen. Onbegrijpelijk, zo vindt analist Peter Vandenbempt bij Sporza.
Als commentator beleefde hij het schouwspel van donderdagavond op de eerste rij. En volgens hem ging de Pro League zwaar de mist in door helemaal geen VAR in te zetten. "Dat je weigert de beschikbare middelen in te zetten omwille van een drogreden - namelijk iedereen gelijk voor de wet - is schuldig verzuim, want de toepassing iedereen gelijk voor de wet wordt hier totaal verkeerd toegepast. De uitleg van de Raad van Bestuur is "iedereen moet dezelfde behandeling krijgen", maar op de ene match zijn er toch ook meer camera's dan op de andere. Dat is toch ook geen gelijke behandeling."