Wat bijna niemand voor mogelijk hield, gebeurde dan toch op het WK 1954. In Zwitserland gingen de vier jaar ongeslagen Hongaren onderuit tegen West-Duitsland. De Rode Duivels konden onder impuls van Rik Coppens dan weer hun eerste WK-gelijkspel sprokkelen.
VERLOOP
De Magische Magyaren. Zelden is er zo'n topfavoriet geweest om het WK te winnen dan het Hongaarse elftal in 1954. De ploeg kon dan ook fameuze statistieken voorleggen. In 1952 was het olympisch kampioen geworden en tussen 1950 en 1954 was het elftal liefst 32 wedstrijden ongeslagen gebleven.
Daarbij had Hongarije in 1953 nog meer internationale faam gemaakt door Engeland op Wembley zijn eerste thuisnederlaag in dertig jaar te bezorgen: 3-6. De Hongaren teerden op een indrukwekkende voorlinie, met onder meer Ferenz Puskas die daarna nog grote successen behaalde bij Real Madrid. Ook Sandor Koscis, die later naar FC Barcelona verkaste, was een garantie voor goals.
Hongarije raasde in Zwitserland doorheen zijn WK-poule. Het klopte Zuid-Korea met 9-1 en West-Duitsland met 8-3. Na zeges tegen Brazilië en Uruguay kwamen de Hongaren in de finale opnieuw West-Duitsland tegen. Er leek voor de favoriet geen vuiltje aan de lucht toen het al snel 2-0 op voorsprong kwam.
Wat er daarna gebeurde, staat geboekstaafd als het Wonder van Bern. De West-Duitsers haalden alsnog de achterstand op en zegevierden met 3-2. "Wir sind wieder da", juichte de Duitse commentator, verwijzend naar de depressieve stemming bij de Duitsers na WO II. West-Duitsland, dat zijn eerste WK binnenhaalde, stond op zijn kop.
HALVE FINALES
West-Duitsland-Oostenrijk 6-1
Hongarije-Uruguay 4-2
FINALE
West-Duitsland-Hongarije 3-2
TOPSCHUTTER
Sandor Koscis (Hongarije) 11 goals
RODE DUIVELS
België kon in de jaren vijftig rekenen op een aantal Europese toppers. Eerst en vooral konden ze teren op de klasse van Beerschot-speler Rik Coppens. Dat de dribbelvaardige aanvaller op een hoog niveau acteerde, bewees de interesse van onder meer Barcelona en Inter Milan. Ook was er Jef Mermans, wiens bijnaam 'De Bombardier' was. De spits van Anderlecht kroonde zich in die periode driemaal tot Belgisch topschutter.
Ook Fons Van Brandt (Lierse SK) en Vic Mees (FC Antwerp) werden gezien als toppers. De Rode Duivels wonnen dan ook hun WK-kwalificatiepoule. Ze hadden zich beter getoond dan Zweden en Finland. De Belgen hoopten, in tegenstelling tot hun drie vorige WK's, nu wel iets te rapen. Ze slaagden in hun opzet en haalden een gelijkspel in hun eerste WK-pouleduel. Dat gebeurde tegen het hoog aangeschreven Engeland, dat onder meer de legendarische Stanley Matthews in zijn rangen had.
Dribbelkoning Coppens speelde een dijk van een wedstrijd en in een spectaculaire wedstrijd sleepten de Duivels een 4-4-gelijkspel uit de brand. In de tweede poulematch ging België wel met 4-1 onderuit tegen tweevoudig wereldkampioen Italië. Opnieuw gestrand in de poulefase dus, maar de Rode Duivels hadden zich wel laten opmerken.
Zeker twee Rode Duivels waren daarbij in het oog gesprongen. Zo werd Rik Coppens door L'Equipe benoemd tot beste midvoor van het WK en kreeg Van Brandt een plaats in het wereldelftal. Dat het gelijkspel tegen Engeland geen toeval was, bewezen twee indrukwekkende oefeninterlands van de Duivels na het WK. Ze klopten wereldkampioen Duitsland én daarna ook nog WK-finalist Hongarije.
FRAPPANT
- Spanje werd in de WK-kwalificatie uitgeschakeld door Turkije. De Spanjaarden hadden 2-2 gelijkgespeeld in een Play-Off-match, waarna besloten werd de winnaar aan te duiden na het gooien van een munt.
- Op dit WK werden liefst 5,36 goals per match gescoord.
- Bill Gormlie, de Belgisch bondscoach van 1947 tot en met 1953, had ook RSC Anderlecht onder zijn hoede in de drie laatste jaren dat hij de Rode Duivels trainde.
(27-05-2014).jpg )
1954 was een topjaar voor Rik Coppens. Hij maakte indruk op het WK én hij won dat jaar de Gouden Schoen. De aanvaller van Beerschot kon niet voor niets rekenen op de interesse van topploegen zoas FC Barcelona en Inter Milan.
Bronnen:
- F. Colin, L. Muller en F. Raes, Het WK voetbal van A tot Z
- J. Segaert, C. Hubert: 100 jaar Rode Duivels
