Bij Club Brugge houdt niemand van Engelse shortlists— zeker niet als het over een vaste basisspeler gaat. Maar precies dát probleem duikt nu op: Manchester United zou een dossier geopend hebben, en ineens hangt er een transferbom boven Jan Breydel.
LEES OOK: Leko klopt op tafel in Brugge: "Op die positie niet top"
Transferbom boven Jan Breydel: waarom dit pijn doetHet strafste aan Joaquin Seys is hoe snel het is gegaan. In Brugge is doorbreken vaak een proces van wachten, uitlenen, terughalen, nog eens proberen. Bij hem was het eerder: deuren openbreken, en er meteen staan. Club Brugge gooide hem na een sterke voorbereiding in de basis in 2024, en hij gaf die plek niet meer af. Hij pakte ook de prijs voor beste debutant (Dominique D’Onofrio), met Club dat hem meteen in hetzelfde rijtje zette als Charles De Ketelaere.

Club Brugge deed ook wat het de laatste jaren slimmer doet wanneer er écht talent en kwaliteit aanwezig is: in september verlengde Seys zijn contract tot 2029. Sinds zijn zevende bij Club en sinds de zomer van 2024 bij de A-kern. Seys is er eentje voor het project, niet voor de etalage.En net nu wordt in Engeland gefluisterd wordt dat Manchester United hem op een lijstje heeft gezet. Dat is het soort timing waar Jan Breydel allergisch van wordt.
‘United scant wing-backs’: Seys plots in dat rijtje
Graeme Bailey van TeamTalk die schrijft dat United wing-backs scant voor 2026, en dat Seys daarbij opduikt naast namen als Maxi Araújo (Sporting), Samuel Dahl (Benfica) en Arsène Kouassi (Lorient). Dat klinkt misschien als klassieke geruchtenmolen, maar zelfs dán zegt het iets: Seys zit in het type profiel waar United actief naar zoekt. Dat Seys überhaupt in dat rijtje staat, zegt genoeg over hoe snel hij in de Europese radar is beland.
Wingbacks zijn de motor in het systeem van Ruben Amorim en als United kijkt naar flanktypes die zowel aanvallen als verdedigen, dan is het niet gek dat een 20-jarige wingback van Club met Champions League-ervaring in beeld komt. Amorim heeft ondertussen publiekelijk toegegeven dat United ooit naar een viermansdefensie zou kunnen overschakelen, maar als hij écht 3-4-3 blijft spelen, is het logisch dat ze jong, atletisch en aanvallend ingestelde flankverdedigers bekijken.

Het aantrekkelijke aan Seys voor een Premier League-club is simpel: hij is niet het soort back dat alleen maar meeloopt. Club gebruikt hem als moderne flank: durven doordekken, meters maken, en toch die discipline houden die je nodig hebt in grote wedstrijden. En hij heeft al vroeg geleerd wat druk betekent.
Contract tot 2029… maar de transferbom tikt verder
Zijn contract tot 2029 betekent dat Club Brugge geen seconde in paniek moet schieten. Dit wordt geen koopje, zelfs niet als er ergens een Engelse bron “15 miljoen” in de mond neemt. Club verkoopt tegenwoordig pas als het én sportief past én financieel klopt. En met Seys weet iedereen: dit is er eentje die Club eigenlijk nog één jaar wil laten uitgroeien tot absolute leider op die flank. Zijn dossier is ook complex voor United: Met een contract tot 2029 begint elk gesprek aan een serieus bedrag, anders gaat Brugge niet eens praten.

En United is op dit moment niet het soort club dat zomaar met een lach 25 à 30 miljoen aan de kant zet voor een back die nog alles moet bewijzen in de Premier League. Daarnaast: dit is ook niet de eerste keer dat Engelse clubs naar Seys kijken. Vorige zomer dook bijvoorbeeld Nottingham Forest op als geïnteresseerde partij, maar dat bleef toen hangen in het “shortlist”-stadium.
En dan Seys zelf: blijft hij koel als United belt?
En dan is er nog Seys zélf. Het beeld dat hij van zichzelf ophangt in interviews is opvallend consistent: kalm, nuchter, bijna saai. Ook na zijn contractverlenging ging het over vertrouwen én keuzes maken op het juiste moment. Hij zei dat hij zich goed voelt en gelukkig is bij Club, maar dat hij elk jaar luistert naar opties en dan beslist. In februari 2025 gaf hij aan dat hij gerust nog jaren bij Club kan blijven, maar dat hij wel de droom heeft om ooit naar het buitenland te trekken — en dat hij “geen neen” zegt tegen een carrièrepad zoals dat van Charles De Ketelaere.
Olivier Plancke