Jan Mulder veroverde jarenlang de harten van veel kijkers op televisie in Vlaanderen. En toen kwam het bericht: VTM zwierde hem uit de analistenteams. Geen plechtig vaarwel, geen compilatie van hoogtepunten, geen emotionele montage op strijkmuziek. Mulder was er gewoon… niet meer. De Nederlander recht stilaan de rug en beleefde onlangs een modern sprookje.
LEES OOK: BV verrast met stevige onthulling over Aster Nzeyimana
De man die nooit ophield spits te zijnJan Mulder (80) blijft een fenomeen. Eerst als elegante, trefzekere spits bij Anderlecht en Ajax, later als analist die zijn woorden als tackles gebruikte: hard, soms te laat, maar altijd met intentie. Zijn carrière op televisie maakte hem tot een van de herkenbaarste stemmen van de Lage Landen.
Niet omdat hij gelijk had — dat was bijzaak — maar omdat hij durfde. Mulder was nooit neutraal. Hij was Jan Mulder. De beslissing dat VTM aan de kant schoof, die hij zelf aangaf bij Humo, kwam dan ook als een totale verrassing.
De columnist die geen knieën buigt
Wie dacht dat het einde van zijn tv-carrière ook het einde van zijn mening betekende, vergist zich. In zijn recente column bij Humo liet Mulder zijn licht schijnen op een modern sprookje van leeftijdsgenoten: de plaatsing van Curacao voor het WK.
De technische staff bestaat uit 'oude knarren' met Dick Advocaat en Cor Pot. Curcacao zou finaal genoeg hebben aan een 0-0 gelijkspel tegen Jamaica, al ging dat niet van een leien dakje.
"Het wordt een martelgang", zo opent Mulder bij Humo. "Jamaica schiet drie keer tegen lat, kruising of paal. In de derde minuut van de toegevoegde tijd tackelt een back van Curaçao een doorgebroken Jamaicaan in het strafschopgebied. Penalty. De VAR wil toch nog even kijken. Hij kijkt elf minuten, wereldrecord. Dan, opeens, is er nieuws: geen penalty. Enkele seconden later: fluitsignaal. Thuis vallen we elkaar in de armen en we scanderen nog net niet ‘Dickie! Dickie!’, de tv schakelt over naar de evenementenlocatie Villa Thalia in Rotterdam." Zo klinkt het vol euforie bij de familie Mulder.
Maarten Coenen