RSC Anderlecht komt uit een zeer moeilijke zomermercato. Op de korte termijn lijkt dit RSCA niet beter te zijn geworden, want heel wat spelers hebben nog tijd nodig. Logisch als je zo jong inkoopt. Heeft dat echter ook grote gevolgen voor RSCA Futures?
Anderlecht haalde in januari en deze zomer vooral jonge spelers. Wat opvalt: heel veel van die spelers zijn nog niet klaar om brokken te maken in het eerste elftal. Het is vreemd dat RSCA, dat zo al veel moeite heeft om aan te haken bij de top drie in de Jupiler Pro League, zo fel de nadruk legde op jonge spelers. Een mix was beter geweest. Dat ontbreekt.
LEES OOK: Anderlecht pakt nog uit met volgende Afrikaans talent
Véél nieuwe spelers bij RSCA FuturesHet begon al in januari toen Olivier Renard Enzo Sternal, Elyess Dao en Ibrahima Kanaté aantrok. Het trio mocht meteen spelen bij RSCA Futures. Enkel Kanaté kon zich daar tonen, Sternal viel al snel geblesseerd uit en Dao is voorlopig niet beter dan de andere jongens uit Neerpede. Deze zomer kwamen er daar nog een rist buitenlanders bij.
Cédric Hatenboer, Mihajlo Cvetkovic en Zoumana Keita zijn in principe spelers die voor de A-kern werden gehaald. Maar zij zullen zich moeten richten op de Challenger Pro League. Keita is nog een tijdje buiten strijd, Hatenboer en Cvetkovic konden Besnik Hasi niet overtuigen tijdens de voorbereiding. Zij moeten dus minuten maken bij RSCA Futures.
Olivier Renard en Tim Borguet haalden met Babatunde Akomolede, Antwi Dacosta en Pape Aliya N'dao nog drie jonge Afrikanen op huurbasis binnen. Voeg daar nog de Belgen Joachim Imbrechts, Samuel Ntanda, Lander Gijsbers en Joel Putu Matadi aan toe, en RSCA Futures is zo plots wel een duiventil geworden. Maar waren zoveel transfers wel nodig? Zeker nu de beloftenploegen wel héél sterk staan in de Challenger Pro League? Beloftenteams van de 1A-clubs kunnen niet degraderen, tenzij hun hoofdmacht degradeert - wat in principe nooit zal gebeuren. Of tenzij een ander beloftenteam promoveert. Het is dus vreemd dat er net nu zoveel transfers gebeuren.
We horen jullie al denken: dit gebeurt ook bij andere teams. We waren daarvoor eerder al zeer kritisch voor de enorme buitenlandse instroom bij AA Gent. Als we vergelijken met Club Brugge en KRC Genk. Sinds januari haalde Club Brugge vijf spelers uit het buitenland voor Club NXT, KRC Genk bleef steken op zes. Anderlecht haalde tien spelers uit het buitenland. De drie clubs strikten daarbij elk een Belg uit het buitenland. Het is dus opletten dat sommige jongens van eigen bodem niet geblokkeerd worden.
Ten koste van Neerpede-talent?
Zo moet een Gassimou Sylla, aanzien als een groot talent en iemand die vorig jaar toch al wat liet zien in de Challenger Pro League, plots wijken voor Cvetkovic. Een Alexandre De Ridder is een vergelijkbaar profiel als Hatenboer, Imbrechts verspert de weg voor een Timon Vanhoutte/Michiel Haentjes. Uiteraard kan versterking nodig zijn, als er bepaalde posities niet ingevuld raken via doorstroming uit Neerpede.
Een linksvoetige verdediger zoals Akomolede/Dacosta was daarom misschien wel het halen waard, of één flankaanvaller zou ook kunnen. Met Gabriel Biladi en Jayden Onia Seke lopen er daar twee rond, Sylla kan er ook spelen. Maar moesten er meerdere gehaald worden met Dao (ook een concurrent voor Sylla), Kanaté en N’dao? Was de komst van Sternal nodig als je Devin De Corte al had rondlopen?
We horen dat er bij de Futures toch wat wrevel is na de instroom van héél veel nieuwe spelers van buitenaf. Het is een vrees die Romelu Lukaku enkele maanden geleden nog terecht uitte. “Ik zie dat Anderlecht nu vooral veel jonge spelers aankoopt, maar ik hoop dat dat niet ten koste gaat van ons eigen talent op Neerpede”.
Voorlopig viel dat nog heel goed mee in de basisploegen tijdens de eerste matchen in de Challenger Pro League, maar nu de mercato is afgelopen, dreigt dat toch wel het geval te worden. Al zijn Keita en Sternal nog maanden buiten strijd. Iets om de komende weken in de gaten te houden.