In theorie kan RSC Anderlecht nog opschuiven naar de derde plaats, al zou dat dan louter nog voor de eer zijn. De komende drie wedstrijden staat er dus niks meer op het spel voor Paars-Wit. Behalve dan misschien de toekomst van Besnik Hasi, die zijn licht liet schijnen op de titelstrijd.
Zelf valt er Anderlecht niks meer te winnen of te verliezen, maar met duels tegen achtereenvolgens Union, Club Brugge en KRC Genk kan het wel nog voor scherprechter spelen in de Champions' Play-Offs. Hoewel we de Limburgers nog niet helemaal mogen afschrijven lijkt het daar vooral uit te draaien een tweekoppige race tussen Club en Union.
Club Brugge of Union?
Kiezen tussen de regen en de drop dus voor de Brusselaars, die liever noch de eeuwige rivaal noch de opkomende stadsgenoot aan het langste eind zien trekken. De afgelopen dagen werd er dan ook duchtig gespeculeerd over welk van die twee scenario's de voorkeur zou wegdragen in het Lotto Park, waar de meningen toch sterk verdeeld blijken.
Tijdens zijn wekelijkse persbabbel werd Hasi gepolst naar het onderwerp. "Er is geen voorkeur. We zijn het aan onszelf verplicht om er iedere wedstrijd vol voor te gaan. Iedereen moet zijn job doen", zal het hem worst wezen wie er kampioen wordt. Zijn enige bekommernis is de progressie van zijn eigen elftal, dat wel degelijk stappen voorwaarts zet.
Hasi stelt Hayen gerust
Een volgende stap is om in eigen huis nog eens te winnen van Union. "De spelers moeten laten zien dat ze er zin in hebben", rekent Hasi op revanchegevoelens in zijn selectie. In het Brugse kamp mag men dus op de beide oren slapen dat de aartsvijand niet van plan is om de titelambities bewust te boycotten. Iets waar Nicky Hayen ook op rekent.
"Zouden ze in Brussel dan liever zien dat Union de titel pakt? Dat denk ik niet. Wij hebben twee jaar geleden ook gewoon onze sportieve plicht vervuld. Spelers worden nog altijd betaald om het best mogelijke resultaat te behalen en zijn daar zelf niet mee bezig", wist de coach van Blauw-Zwart te vertellen tijdens zijn eigen onderonsje met de media.