Waarom geen enkele Belgische topclub risico nam met Denkey

De Belgische topclubs verkopen al jaren hun spelers voor héél veel geld aan ploegen uit topcompetities. De tijd dat Club Brugge, RSC Anderlecht & co nog de parels bij de kleinere ploegen uit de Jupiler Pro League halen, is ook voorbij. Dat bewijst de transfer van Kévin Denkey.

Filip Joos haalde aan dat Club Brugge Kévin Denkey toch had kunnen kopen voor 14 miljoen euro. Dat zou geen goede beslissing zijn geweest van Club. Blauw-Zwart beet zijn tanden al stuk op Roman Yaremchuk voor 17 miljoen euro en Anderlecht in het verleden op Nicolae Stanciu voor 10 miljoen euro.

LEES OOK: Croky Cup: speeldata achtste finales bekendgemaakt

Yaremchuk en Stanciu

Zelfs met de Champions League als extra geldstroom kunnen Belgische topclubs zich dergelijke miskopen niet veroorloven. Een keer gaat nog, maar doe je dit twee of drie keer, dan gaat dat financieel héél zwaar doorwegen. Het is niet meer dan logisch dat CEO Bob Madou aanhaalde dat Club Brugge niet snel nog transfers van 10 miljoen euro meer gaat doen.

Club moet nu al jaarlijks voor 30 tot 40 miljoen euro aan extra gelden (Europees of transfers) bij elkaar sprokkelen om de rekeningen te laten kloppen. Ook andere topclubs moeten fikse gaten vullen met transfers en Europese gelden. Er moet verstandig met het geld worden omgegaan. Een aankoop van 6 miljoen euro is voor Club geen enorm groot risico, er mag al eens een Michael Skoras tussenzitten.

De absolute topspelers van de ‘kleinere clubs’ in België zijn ondertussen te duur geworden voor de Belgische topploegen. Zij hebben een transfer naar een Belgische topploeg ook niet meer nodig. Via de kleinere ploegen kunnen ze al een mooie stap naar het buitenland zetten.

Via kleine JPL-clubs naar topcompetitie

Denkey trekt voor 16 miljoen euro naar Cincinatti. De Major League Soccer is een competitie die financieel en inzake aantrekkingskracht de Jupiler Pro League stilaan voorbij weet te steken. Daar is zelfs nog een grote progressiemarge, sportief en financieel. Dat Denkey naar daar trekt, is geen verrassing.

De voorgaande jaren vertrokken Victor Osimhen (Charleroi, 22,4 miljoen euro), Victor Boniface (Union SG, 21,7 miljoen euro), Cameron Puertas (Union SG, 15 miljoen euro), Landry Dimata (KV Oostende, 11 miljoen euro), Lyle Foster (Westerlo, 11 miljoen euro), Lucas Stassin (Westerlo, 10 miljoen euro), Ayase Ueda (Cercle Brugge, 10 miljoen euro), Zion Suzuki (STVV, 10 miljoen euro), Shamar Nicholson (Charleroi, 8 miljoen euro), Terem Moffi (KV Kortrijk, 8 miljoen euro), Takihero Tomiyasu (STVV, 8 miljoen euro) & co voor grote bedragen naar het buitenland.

Bovendien worden jonge buitenlandse talenten steeds duurder wegens de ‘war on talent’ met de grote investeringsmaatschappijen die meerdere clubs in hun bezit hebben. Voor de Belgische ploegen is de eigen jeugdopleiding méér dan ooit een goudmijn. Het is geen toeval dat ploegen als Anderlecht, KRC Genk, Club Brugge en andere teams daar veel geld in investeren. Bovendien rendeert het sportief en financieel. 

CR