Kobe K
Hoewel de Champions' Play-Offs nog op volle toeren draaien, heeft KRC Genk met onmiddelijke ingang afscheid genomen van Wouter Vrancken. De club bevestigde donderdagavond dat de wegen met de hoofdtrainer scheiden. Een beslissing die heel wat wenkbrauwen doet fronsen.
Vrancken werd in de zomer van 2022 aangesteld als T1 in de Cegeka Arena. Geen onlogische keuze van de Limburgers. Bij KV Mechelen had de trainer immers al goed werk afgeleverd. Bovendien kende hij de club nog van toen hij er destijds als speler actief was. En zijn benoeming pakte in eerste instantie ook goed uit.
Zo begon Genk sterk aan het eerste seizoen onder Vrancken. Die liet bovendien verschillende spelers weer aanknopen met hun gewenste niveau en lanceerde enkele jonge talenten. Uiteindelijk zou hij Racing tot op een zucht van de landstitel leiden. Maar de dramatische titelontknoping zou tevens een keerpunt worden.
LEES OOK: Vrancken verklaart waar het misliep tegen Anderlecht
Vrancken wou zelf wegTijdens de huidige jaargang vielen de resultaten immers dik tegen. En dat had een invloed op de relaties binnen de club. Verschillende bronnen meldden immers dat de band tussen Vrancken en het bestuur, hoe langer hoe meer verzuurd raakte. De breuk leek dan ook al langer in de maak, de goede start van de PO's veranderde daar niets aan.
In de officiële communicatie liet Genk immers verstaan dat het kamp-Vrancken nog vóór de dubbele nederlaag tegen Club Brugge had aangegeven dat hij een nieuwe uitdaging wou aangaan. En in de gesprekken die daarop volgden, werd geen basis gevonden om de samenwerking alsnog voort te zetten.
Fout van bestuur
Racing lijkt er dus op te wijzen dat Vrancken zelf wou vertrekken. Analist Jacky Mathijssen snapt echter niet dat de clubleiding niet meer moeite deed om hem te houden. "Ik vind het onbegrijpelijk dat Genk één van de meest gegeerde trainers van België heeft weggejaagd. Du jamais vu zelfs", klinkt het bij Het Belang van Limburg.
Volgens Mathijssen moet het bestuur dan ook zelf voor de spiegel gaan staan. "Nu is alles nog heel pril, maar over twaalf maanden moet het clubbestuur toch eens reflecteren over deze zaak en zichzelf de vraag stellen of ze dit wel juist hebben aangepakt. Of we daar ooit een eerlijk antwoord op gaan krijgen? Hopelijk!"
