Vorig seizoen strandde Anderlecht op een historisch slechte elfde plaats, maar nu doet Paars-Wit plots weer volop mee voor de titel. Na jaren van kommer en kwel doet het voor Marc Coucke en Wouter Vandenhaute ongetwijfeld deugd.
Succes heeft vele vaders. Zo valt de herrijzenis van de Brusselaars onder meer te danken aan de befaamde jeugdacademie. Met onder meer Zeno Debast, Killian Sardella, Théo Leoni en Mario Stroeykens groeiden een aantal producten van Neerpede namelijk uit tot onvervalste sleutelfiguren in het Lotto Park.
RSCA dankt Deense tandem
Hun ontwikkeling mag evenwel ook worden toegeschreven aan coach Brian Riemer, wiens rol door de buitenwereld soms onderschat wordt. Bij de eigen achterban bijvoorbeeld strijkt vooral diens landgenoot Jesper Fredberg het leeuwendeel van de credits op. De CEO Sports levert dan ook voortreffelijk werk.
Bij hun intrede heerste er nochtans heel wat scepsis, te meer omdat de Deense invasie aanvankelijk niet meteen het gewenste resultaat leek op te leveren. Ook het feit dat een paar populaire figuren moesten wijken, met jeugddirecteur Jean Kindermans als exponent, wekte heel wat wrevel op bij de aanhang.
Credits voor Vandenhaute?
Amper een aantal maanden later is de perceptie echter reeds helemaal gekeerd. Het sein voor Wouter Vandenhaute, destijds kop van jut, om stilaan voorzichtig opnieuw uit de schaduw te treden? Tenslotte was het toch de niet-uitvoerend voorzitter zelf die de teugels aan Riemer en Fredberg toevertrouwde.
Zelf nam hij eerder het roer over van Marc Coucke, die intussen wel weer aan sympathie gewonnen heeft. "Als Anderlecht die 35ste titel zou pakken, zal Coucke victorie kraaien. En Vandenhaute toch kunnen claimen dat hij de juiste pionnen aanwierf om terug naar de top te klimmen", oppert Het Nieuwsblad.