RSC Anderlecht en KRC Genk zijn twee ploegen die misschien wel de beste jeugdopleiding van het land hebben. Beide ploegen zullen ongetwijfeld eens stevig vloeken als ze de selectie van de nationale ploeg zien. Twee spelers bewezen hun ongelijk.
Roberto Martinez riep Wout Faes en Dante Vanzeir op voor de interlands tegen Estland en België. Faes kende zijn jeugdopleiding bij Anderlecht en werd jarenlang aanzien als een toptalent. De Brusselaars stalden hem twee keer in Nederland: bij Excelsior en Heerenveen. Daar deed hij het degelijk, maar blijkbaar niet goed genoeg. Anderlecht verkocht hem in de zomer van 2018 voor 300.000 euro aan KV Oostende. Daar groeide de stevige verdediger uit tot een smaakmaker aan de kust.
Blijkbaar achtte Anderlecht hem niet goed genoeg om terug te halen, ook andere Belgische topclubs hapten niet, maar Stade Reims deed dat wel. Een gouden zet. Faes werd al snel een basisspeler en kwam al aan 48 matchen in de Ligue I. Opvallend: hij pakte daarin ook al 13 keer een gele kaart. Bij Anderlecht hadden ze deze Faes bijzonder goed kunnen gebruiken. Gelukkig leerden ze in Brussel van hun fouten, want Hannes Delcroix kreeg wél een nieuwe kans na een uitleenbeurt in Nederland.
Vanzeir is een beetje hetzelfde verhaal. Hij deed het goed in de jeugd van Genk en na een sterk WK onder zeventien jaar met België – waar hij een aantal keren scoorde en derde eindigde met de ploeg – kwam er veel interesse. Zo toonden ploegen als Wolfsburg, Inter en Arsenal interesse. Vanzeir hapte niet, maar kreeg nooit een echte kans in Genk. Er werd liever gekozen voor dure buitenlandse aanwinsten à la Stephen Odey – die 3,5 miljoen euro kostte en compleet door de mand viel – waardoor Vanzeir te ver achterop hinkte in de pikorde. Zijn status veranderde niet na een sterke uitleenbeurt aan Beerschot en na een mislukte aan KV Mechelen werd hij zelfs in de c-kern gedropt.
Union SG profiteerde en haalde hem naar Brussel. De rest is geschiedenis. Faes en Vanzeir toonden aan dat het geen slechte zet is om af en toe een stap terug te zetten. Belgische ploegen klagen vaak steen en been dat jonge Belgen te duur zijn, maar hopelijk krijgen door de fiscale veranderingen jonge talenten als Faes en Vanzeir in de toekomst meer hun kans dan de vele dure tweede- of zelfs derderangsspelers die uit het buitenland worden gehaald. Talent is er genoeg in België, wat sommige bestuursleden ook mogen beweren.