Bij de heropstart van de Europese clubcompetities na de eerste coronagolf werd alom gevreesd voor de fysieke paraatheid van de spelers na enkele maanden zonder actie. Daarom werden de gebruikelijke drie vervangingen tijdelijk opgekrikt naar vijf stuks, een wijziging die in de meeste landen doorgetrokken werd naar dit seizoen. Behalve in de Premier League en ... België.
Wellicht een verkeerde keuze, want momenteel zou er een plan op tafel liggen om die verandering aan het reglement definitief te behouden. Op die manier zouden voortaan dus stelselmatig vijf wissels, die overigens nog steeds tijdens drie 'wisselmomenten' moeten worden doorgevoerd, toegestaan worden om de spelers beter te beschermen tegen de snelle opeenvolging van matchen in het hedendaagse voetbal. Bovendien beschikken heel wat clubs tegenwoordig over brede kernen, met als gevolg dat er voldoende kwaliteit op de bank zit. Of toch bij de topclubs tenminste.
Precies om die reden lagen de kleine clubs in de Jupiler Pro League dwars om de maatregel, dit seizoen ook in ons land toe te passen. Een foute keuze, zo liet onder andere Gert Verheyen recent reeds verstaan in zijn wekelijkse analyse voor Het Nieuwsblad. De voormalig aanvaller van Club Brugge merkte toen op dat die stugge houding vooral voor de clubs die Europees spelen een fikse aderlating vormt. "Dáár schieten we onszelf in de voet", klonk het toen overtuigd. Het feit dat de regel nu zelfs universeel en definitief zou worden ingevoerd, steunt hem dus alvast in zijn stelling.