Beter laat dan nooit. Hij moest er langer op wachten dan verhoopt, maar vorige week mocht Hendrik Van Crombrugge dan toch zijn kribbel zetten onder een verbeterd contract bij Anderlecht. Een meer dan verdiende beloning voor de steunpilaar onder de lat, al brengt hij Paars-Wit zo toch enigszins in een lastig parket.
De afgelopen dagen werd hier en daar flink gediscussieerd over de concrete cijfers in de aanvoerder zijn nieuwe verbintenis tot 2025, met bedragen die variëren van één tot anderhalf miljoen. Hoe dan ook mag Van Crombrugge zich volgens zowat alle bronnen voortaan de op één na best betaalde doelman in België noemen, na Club Brugge-sluitstuk en collega-Rode Duivel Simon Mignolet. Daarnaast zou hij nu tot de absolute grootverdieners behoren in het Lotto Park, het monsterloon van Adrien Trebel (circa drie miljoen) niet meegeteld. Toch lijkt het geen toeval dat zijn salaris nu voor onduidelijkheid zorgt. Waar de boekhouding van de Brusselaars in het verleden vaak op straat lag, wilt Anderlecht nu namelijk koste wat het kost lekken vermijden.
Gezien de alom bekende penibele toestand op financieel vlak lijkt het immers niet aangeraden om openlijk te pronken met vette contracten, ook al kwam er na de verkoop van Jérémy Doku weer wat geld in de kassa – waardoor het nieuwe bestuur de beloftes van hun voorgangers eindelijk konden waarmaken. Bovendien waarschuwt Het Nieuwsblad voor het effect op besprekingen met andere spelers. Indien zij lucht krijgen van de opwaardering die de doelman ondanks het gebrek aan middelen kreeg voorgeschoteld, zouden zij tenslotte wel eens zelf op de deur van Wouter Vandenhaute en co kunnen komen kloppen. Al merkt de krant dan wel op dat slechts weinigen in het Lotto Park dezelfde adelbrieven als Van Crombrugge kunnen voorleggen.