Het gebeurde geleidelijk, maar de voorbije jaren vond wel degelijk een machtsverschuiving plaats in het Belgische voetbal. Club Brugge nam langzaam maar zeker de macht over en eindigde sinds het seizoen 2014/15 geen enkele keer buiten de top twee, met drie titels en drie tweede plaatsen. Anderlecht en Standard, die de jaren daarvoor vooral de titels verdeelden, gleden langzaam maar zeker af.
Afgelopen seizoen kon geen van beide traditionele grootmachten zich mengen in de titeldebatten. Standard eindigde pas vijfde, Anderlecht bereikte zelfs een historisch dieptepunt met een achtste plaats. Luc Kempen, één van de documentairemakers achter het uitstekende Belga Sport, vindt dat de twee clubs hun neergang vooral aan zichzelf te wijten hebben en heeft geen goed oog in de toekomst.
Kempen wijst naar de beladen testmatchen voor de titel in 2009 tussen Standard en Anderlecht als keerpunt. "Je hebt het gevoel dat die clubs dermate ongezonde rivaliteit hebben - het is zelfs geen rivaliteit meer, maar meer elkaar de duvel willen aandoen - dat ze niet in de gaten hadden dat Club Brugge aan andere kant van het land zich langzaam aan aan het positioneren was als de club die in hun voetsporen zou treden", stelt hij bij Sporza. "Wat toen werd gezegd, dat de macht in het voetbal verhuisde van Brussel naar Luik is nooit uitgekomen. Standard is meer een puinhoop geworden en Anderlecht is na een aantal goede jaren in moeilijke omstadigheden verzeild geraakt. Het ziet er niet naar uit dat beide clubs snel zullen terugkeren."