David Beckham naar Parijs. Mario Balotelli naar Milaan. Maarten Stekelenburg naar Londen, ja of nee. Adam Maher naar PSV, ja of nee. Nederland voetballand werd de afgelopen dagen in de ban gehouden van de sluiting van de transfermarkt, gisteren. Voor teleurgestelde spelers een laatste kans om te verhuizen, voor tegenvallende teams een laatste kans om zich te versterken. Interessant en opwindend, dat zeker, maar puur met voetbal heeft het weinig te maken.
Natuurlijk, de Europese competities zijn na hun winterslaap weer van start gegaan, maar dit zijn slechts reguliere nationale liga’s. Het enige echte voetbaltoernooi vindt momenteel in Zuid-Afrika plaats. In de stadions die voor het voor Nederland zo succesvolle
WK 2010 gebouwd zijn, wordt het toernooi om de Afrika Cup afgewerkt. En dat toernooi begint momenteel interessant te worden, omdat de poulefase eindelijk is afgesloten. Net zoals op een WK laten de topteams immers hun tanden in de poulefase nog niet zien; plaatsing is het enige dat telt.
Ivoorkust en Ghana zijn de vaste topclubs van het Afrikaanse continent, de afgelopen acht tot tien jaar. Zij wisten echter allebei in de recente geschiedenis het toernooi niet op hun naam te schrijven. Beide landen hebben zich overigens wel geplaatst voor de kwartfinales, iets wat over de verrassende winnaar van vorig jaar Zambia niet gezegd kan worden. Nigeria heeft zich geplaatst, evenals het in crisis verkerende Mali, thuisland Zuid-Afrika, de verrassende landen Burkina Faso en Kaapverdië, en het in 2010 aangevallen Togo. Interessanter dan dat is misschien nog wel de afwezigheid van landen boven de Sahara in de kwartfinales.
De Arabische Lente, wie heeft er niet van gehoord? De opstanden van burgers die de afgelopen jaren woedden wegens hun eis om meer democratie, lijken ook hun uitwerking te hebben gehad op het voetbal. Een land als Libië maakte voorheen al weinig indruk (en verloor door de onrust de organisatie van het huidige Afrika Cup-toernooi), maar Tunesië werd uitgeschakeld in de poulefase en recordkampioen Egypte wist zich niet eens te plaatsen. Dat Algerije daar – met enig onfortuin – eveneens niet in slaagde en Marokko met uitstekend spelersmateriaal aan zichzelf ten onder ging, maakt de malaise voor Noord-Afrika compleet. De top van het Afrikaanse voetbal is ten zuiden van de Sahara te vinden.
Hoe zeer politiek en voetbal samenhangen, lijken veel fans zich echter nauwelijks te beseffen. Ongeacht hoe het toernooi om de Afrika Cup verder verloopt, de afwezigheid van de Noord-Afrikaanse landen is goed verklaarbaar vanwege de onrust die daar heerst (al vormt Mali dan weer de uitzondering die de regel bevestigt). De inwoners van die landen hebben wel iets anders aan hun hoofd. Bovendien zorgt de verwevenheid van politiek en voetbal, en voetbal als manier om een staatshoofd aan de macht te krijgen of houden, voor nog een extra dimensie aan het Afrikaanse voetbal. Het boek ‘De macht van de bal’, dat ik hier al eens eerder beschreef in mijn column over George Weah, maakt dit in een reeks verhalen over Afrikaanse landen en voetbalteams op bijzondere wijze inzichtelijk. Een leestip voor de politiek geïnteresseerde voetbalfan.
Misschien moet je voor de pure voetbalkwaliteit niet willen schakelen naar de Afrika Cup. Harde tackles en weinig tactisch benul voeren nog altijd de boventoon, al boeken de Afrikaanse staten hierin wel vooruitgang. Echter, de ware ontwikkelingen rondom de Afrika Cup liggen dieper verscholen. Op het continent waar de scheiding tussen bal en staat nog niet is voltooid, is een continentaal voetbaltoernooi niet alleen sportief, maar ook politiek een buitengewoon belangrijk evenement. En dat is uiteindelijk allemaal veel belangrijker en structureler dan die eventuele
transfers van Beckham, Balotelli, Stekelenburg, Maher en alle anderen.