Club Brugge heeft het nieuwe kalenderjaar 2020 nog niet veel glans kunnen geven. De finale van de Croky Cup werd met de nodige moeite wel bereikt, maar in de
Jupiler Pro League haalt Blauw-Zwart een matig puntengemiddelde van negen punten op 15. Niet echt cijfers voor dé titelfavoriet bij uitstek, al waren die voorbije vijf tegenstanders wel van een moeilijk kaliber.
Enige nuance is dus wel op zijn plaats na de voorbije vier lastige verplaatsingen bij
Anderlecht, KV Kortrijk, Charleroi en Standard. Daarnaast blijft een thuiswedstrijd tegen Antwerp altijd wel een grote strijd, en dat is letterlijk te nemen. Maar toch kunnen er belangrijke vaststellingen gemaakt worden over de voorbije vijf competitiewedstrijden van
Club Brugge. Van verval is nog geen sprake, maar van een klein dipje misschien wel?
MINDER BALBEZIT
Club Brugge is een ploeg die graag dominant speelt, en bijgevolg steeds het balbezit opeist. Maar tijdens de voorbije weken is dat wedstrijdaandeel flink verminderd. In het eerste competitiegedeelte anno 2019 haalde Club nog probleemloos een percentage tussen 60% en 65% per wedstrijd, maar in 2020 gaat dat gemiddelde in neerwaartse lijn.
In de voorbije vijf wedstrijden bleef het balbezit zelfs steken op 57%, met als absoluut dieptepunt de 51% tegen RSC Anderlecht. Toch is Club Brugge met 60% nog steeds de onbetwiste leider in het klassement der dominantie. AA Gent en RSC Anderlecht halen dit seizoen 56% in de
Jupiler Pro League.
ONZUIVERE PASSING
De laatste weken kwam Club Brugge dan ook veel minder toe aan haar normale spel. Een eerste belangrijke paramater daarvoor is dus het dalende balbezit op zich, maar daarnaast is ook het aantal verstuurde passes drastisch afgenomen in vergelijking met de eerdere matchen in de huidige jaargang. Net zoals de precisie.
Tegen Standard, Antwerp en Anderlecht was de kwaliteit van de passing nog eerder goed, maar tegen KV Kortrijk en Charleroi viel er wel een flinke dip te constateren. De accurate passing lag toen slechts op 76%, terwijl het gemiddelde bij Club qua zuivere passes rond 84% circuleert. In de voorbije vijf matchen was dat gemiddelde 80%.
De zuiverheid in het samenspel daalde dus zienderogen in 2020, en dat was ook het geval bij het aantal van de afgeleverde passes. Enkel tegen Standard (534 passes) deed Club Brugge het meer dan behoorlijk en werd het normale ritme gerespecteerd.
In de andere matchen tegen Antwerp (490), Charleroi (432) KV Kortrijk (459) en Anderlecht (438) was het aantal passes echter ver verwijderd van het gemiddelde van 526 stuks per wedstrijd. In de voorbije vijf duels bleef Club zo algemeen genomen steken op 470 stuks. En dat is wel toch een groot verschil.
VORMER EN VANAKEN
Een slechtere passing zorgt bijgevolg voor minder gevaar voor doel, waardoor er moeilijker kan gescoord worden. Logisch. Maar een gebrek aan efficiëntie voor doel is al langer dan vandaag een probleem op Jan Breydel. Toch kan er in de afgelopen vijf matchen niet alleen naar de aanvallers gekeken worden voor de mindere prestaties.
Het aantal passes naar de zogenaamde final third, de zone van de waarheid in de box van de tegenstander zeg maar, daalde zienderogen. Alsook de efficiëntie van die passes (van 71% naar 63%). De aanvallers van Club Brugge moesten het dus met flink wat minder aanvoer stellen. Toch best wel opvallend.
De gekende tandem Ruud Vormer en Hans Vanaken is uiteraard de motor van de Brugse machine, en die lijken de voorbije weken dus minder aan bod te komen. Toch blijkt dat niet helemaal correct. Vanaken kent helemaal geen decompressie na het winnen van de Gouden Schoen, want zijn passing sinds nieuwjaar (92%) is nog nooit hoger geweest dit seizoen (gemiddeld 89%). Ook bij kompaan Ruud Vormer zien we geen dipje in zijn stats.
BALVERLIES
Het neemt niet weg dat Club in de voorbije vijf speeldagen – per wedstrijd – 20 (!) meer balverliezen dan normaal liet noteren. De spelers die in 2020 het vaakst het leer aan de tegenstander lieten, zijn bovendien vreemd genoeg de sterkhouders die over het ganse seizoen het meest balvast zijn bij Club. Contradictorisch.
Ruud Vormer is daar, ondanks zijn nog steeds degelijke cijfers, één van. Dit seizoen speelt de Nederlander per wedstrijd normaal zeven keer de bal kwijt, maar tegen Antwerp (9) en Anderlecht (13) was hij één van de spelers die voor veel slordigheden zorgde. Vanaken beperkte zich tot één negatieve uitschieter tegen Anderlecht (12), terwijl zijn gemiddelde op negen verloren ballen per match ligt.
Nog opvallender is dat ook Éder Balanta en Simon Deli meer balverlies lijden in 2020. Zeker in het geval van Deli is dat toch wel zorgwekkend, nadat hij eerder al kritiek kreeg op zijn nonchalante stijl. De Ivoriaanse verdediger was in het kalenderjaar 2019 nochtans een grote revelatie, maar sinds de jaarwissel loopt het precies wat minder.
Gemiddeld verliest Deli negen keer de bal per wedstrijd in de Jupiler Pro League, iets wat zeker niet buitenproportioneel is. Maar tegen Antwerp (11), KV Kortrijk (13) en Charleroi (13) ging het merkwaardig veel verkeerd, en behoorde hij tot de Brugse spelers die het vaakst de bal inleverden. Als verdediger is dat toch wel alarmerend.
KEEP IT COOL
Standard, Antwerp, Charleroi, KV Kortrijk en Anderlecht. Het waren in 2020 geen makke ploegen waartegen Club Brugge het moest opnemen – Zulte Waregem in de beker buiten beschouwing gelaten. Elk van deze wedstrijden werd getypeerd door veel fysiek spel, waardoor Blauw-Zwart vaak weinig tot voetballen toe kwam.
Dat potige voetbal vertaalt zich ook in tal van begane overtredingen. Zo werd de competitieleider per wedstrijd zes keer vaker afgefloten dan gemiddeld (13 fouten). De genoemde ploegen houden wel van een stevig potje mannenvoetbal, en Club Brugge liet zich daarin duidelijk meetrekken. Zelfs een koele kikker zoals Vanaken beging in die wedstrijden meer dan dubbel zoveel overtredingen dan gewoonlijk.
In de resterende vijf matchen van de reguliere competitie moet Club die negatieve spiraal op het vlak van passing, balverlies én overtredingen zien te doorbreken. Te beginnen zaterdagavond tegen Waasland-Beveren, hier en daar omschreven als de zwakste ploeg in de Jupiler Pro League.
Daarna staan Blauw-Zwart met – opnieuw – Charleroi en KRC Genk nóg twee zware tegenstanders te wachten, gevolgd door Cercle Brugge en AS Eupen als afsluiters. Voor de beste club van het land mogen die laatste twee tegenstanders geen problemen opleveren. En zouden ze een ideaal opstapje moeten vormen om opnieuw te vlammen in PO I.