Meer dan een decennium lang dreigde met Antwerp het stamnummer één in ons land roemloos uit het voetbal te zullen verdwijnen, maar The Great Old sloeg krachtig terug. Na amper twee jaar in de hoogste klasse mag de Bosuil volgend seizoen zelfs al opnieuw proeven van Europees voetbal. Volgens Ludo Vandewalle, chef voetbal bij Het Nieuwsblad, stoppen de Antwerpse ambities daar echter niet.
Volgens Vandewalle is het werk in de schaduw van sportieve baas Luciano D'Onofrio minstens even belangrijk als de centen van voorzitter Paul Gheysens. "Gheysens heeft het succesverhaal een flink zetje gegeven. Niet dat er met geld wordt gesmeten. Er werd in twee jaar en vier transferperiodes niet meer dan zes à zeven miljoen euro aan nieuwe spelers uitgegeven. Hoe graag Gheysens ook wat meer snelheid wil, zijn sportieve baas Luciano D’Onofrio staat erop de club stap voor stap uit te bouwen", luidt de analyse.
Volgens Vandewalle zal de knowhow van de Italo-Belg er weldra dan ook voor zorgen dat Antwerp mee kan doen voor de prijzen. "D’Onofrio bewees dat zijn zakelijk instinct, zijn duidelijke visie en een grote voetbalkennis niet alleen in zijn moederstad Luik met Standard, maar ook in Antwerpen rendeert. Marc Coucke is er nog steeds van overtuigd dat D’Onofrio dat ook in Anderlecht zou lukken. Van de achtste naar de vierde plaats in twaalf maanden: het is een kwestie van tijd alvorens de oppergaai de enige ambitie wordt."