Het 'gewone' voetballeven is weer begonnen. Nadat de Olympische Spelen afgelopen zondag werden afgesloten – belangrijkste voetbalnieuws: Brazilië wist wéér geen gouden medaille te winnen; de Brazilianen werden in de finale verslagen door Mexico – zal de aandacht van de (inter)nationale sportpers weer voor het overgrote deel uitgaan naar de voetbalsport. Oranje speelde de eerste interland na de terugkeer van Louis van Gaal als bondscoach; Stefan de Vrij, Bruno Martins Indi, Adam Maher, Riccardo van Rhijn en Nick Viergever debuteerden en van België werd met 4-2 verloren. Robin van Persie maakte de overstap van Arsenal naar Manchester United en wordt in Noord-Londen van aanvoerder, topscorer en held nu verrader. Vurnon Anita stapt van Ajax over naar Newcastle United voor een fabelachtig bedrag van 8,5 miljoen euro.
Alle bijzondere nieuwsfeiten ten spijt; deze column gaat over Mark van Bommel. Van Bommel maakte afgelopen weekend namelijk zijn terugkeer in de
Eredivisie bij PSV. Voorheen speelde hij al jarenlang voor de Eindhovenaren op het hoogste Nederlandse niveau, nadat hij zijn debuut in het betaalde voetbal had gemaakt bij Fortuna Sittard – toen nog Eredivisieclub. Vervolgens maakte hij, na op relatief late leeftijd de Eredivisie vaarwel te hebben gezegd, de Champions League-zege van FC Barcelona mee, speelde hij in de finale van datzelfde toernooi met FC Bayern München en won hij
en passant nog een landstitel met AC Milan. Drie topclubs van drie Europese topcompetities; een loopbaan waar je u tegen mag zeggen.
Mark van Bommel is in die jaren als voetballer veranderd. In zijn eerste jaren in de Eredivisie maakte hij furore als box-to-boxspeler; een middenvelder die zowel kon aanvallen als verdedigen. Een middenvelder die gif in de ploeg bracht. Een middenvelder die bepalend werd voor het succes van zijn club en ook geregeld scoorde.
Die middenvelder is Mark van Bommel niet meer.
De laatste jaren veranderde Mark van Bommel in een defensieve middenvelder, die het moet hebben van zijn inzicht. Bij FC Bayern werd Van Bommel al door Louis van Gaal in een rol geposteerd als defensieve middenvelder. Schoonvader Bert van Marwijk nam die positie voor Van Bommel over. De middenvelder werd in Oranje zelfs defensiever en het verdedigende blok Nigel de Jong – Mark van Bommel werd gevreesd. Van Bommel kon namelijk keihard zijn, al is dat van hem minder bekend dan van zijn kompaan: de karatetrap van Nigel de Jong zorgde ervoor dat een in potentie enkelbrekende tackle van Van Bommel in de
WK finale van 2010 werd onderbelicht.
Van Bommel moest het in de laatste jaren vooral hebben van zijn inzicht; van het positie kiezen, van zijn ervaring. Bij FC Bayern merkten ze al dat de Duitse Bundesliga te intensief voor de oude benen zou zijn. Het noopte de club om Van Bommel, inmiddels al enkele jaren de dertig gepasseerd, aan AC Milan van de hand te doen. In het verdedigende Italiaanse topvoetbal is een beetje gebrek aan loopvermogen geen probleem. Een geslepen, ervaren middenvelder was bij AC Milan dan ook meer dan welkom. Op het EK voetbal in Polen en Oekraïne bleek echter dat Van Bommel de afstanden in Oranje al niet meer kan belopen. Terecht kan dan de vraag worden opgeworpen in hoeverre de middenvelder in de beweeglijke Eredivisie de afstanden nog zal kunnen behappen.
In een eerdere column vreesde ik al dat het afgebrokkelde loopvermogen voor Van Bommel een probleem in de Eredivisie zou kunnen worden. Afgelopen zaterdag speelde PSV de eerste competitiewedstrijd uit bij RKC Waalwijk – en verloor. We zagen Mark van Bommel gefrustreerd over het veld lopen en een belachelijke overtreding begaan, die slechts met geel werd bestraft. Een tweede overtreding werd door de scheidsrechter (onterecht) niet met eenzelfde straf beloond. Van Bommel zou met zijn ervaring beter moeten weten; hij had PSV na de achterstand bij de hand moeten nemen (ook een rol waarvoor hij naar Eindhoven werd teruggehaald), maar faalde hierin. Dat was echter niet het enige manco: Mark van Bommel leek het allemaal niet meer te kunnen belopen en moest dat door zijn opgelopen frustratie hierover nog bijna met rood bekopen. De lafheid van scheidsrechter Reinold Wiedemeijer, die te veel ontzag had voor de loopbaan van de grote voetballer Van Bommel, stond dit in de weg. Het zal Van Bommel een tweede keer niet redden, dus het wachten lijkt op de eerste rode prent voor de aanvoerder van PSV; kaarten in die kleur heeft Van Bommel overigens toch al voldoende gekregen.
Ik denk dat mijn vrees bewaarheid wordt. Mark van Bommel gaat een heel moeilijk seizoen tegemoet in de Eredivisie. De vraag is of zijn oude benen de beweeglijke Nederlandse middenvelders nog kunnen belopen en of hij zijn frustraties te baas kan. Alleen dan zal hij de aanvoerder en leider kunnen zijn die hij graag wil zijn; alleen dan kan hij de aanvoerder en leider zijn die PSV nodig heeft.