Het was zonder twijfel met gemengde gevoelens dat de Rode Duivels in Sint-Petersburg hun bronzen medailles in ontvangst namen na de 2-0-zege tegen Engeland in de troostfinale. De nederlaag tegen Frankrijk in de halve finale spookte immers nog altijd door de hoofden, al was er ondertussen ook heel wat trots.
"Zo gaan we toch met iets naar huis. Ik ben apetrots op die medaille. Even moest ik aan de Spelen van Peking denken. Toen grepen we in de kleine finale naast het brons. Wij spelen nu op ons hoogtepunt en wilden hier ook echt iets neerzetten. Jammer dat het geen goud is geworden, maar brons is ook mooi. Nu kunnen ze nog jaren over ons praten", verwoordde Jan Vertonghen het bij Sporza.
"Ik vond België en Brazilië de sterkste landen. Wij hebben ze - met wat geluk - geklopt. Daarna kwam Frankrijk. Dat is het stugste en meest volwassen team. Jammer dat we die match verloren. Toen we vanavond een ereronde liepen, dacht ik snel: "Hier hadden we ook met de Wereldbeker kunnen staan.""