En opeens was hij dan daar: de grote verrassing op dit EK voetbal.
Wekenlang hebben we met z'n allen naar een beeldbuis getuurd, waarop slechts kleine verrassingen te noteren vielen. Rusland overleefde groep A niet en Nederland werd uitgeschakeld in de poule des doods. Een en ander leidde tot een relatief voorspelbaar toernooiverloop, waarvan meerdere mensen in hun EK-pool minimaal twee en wellicht vaker nog drie van de vier halve finalisten goed hebben voorspeld.
Sterker nog: een finale tussen Spanje en Duitsland was vanaf het moment dat de eerste bal ging rollen al de voor de hand liggende finalewedstrijd.
Gisteravond maakte Italië daaraan een einde, gisteravond maakte Mario Balotelli daaraan een einde.
Ik heb al verschillende columns geschreven dat Duitsland
the team to beat zou zijn. En niet slechts op dit EK. De jonge selectie is om te likkebaarden en maakt Duitsland ook tot één van dé topfavorieten voor het
WK van 2014 in Brazilië en het EK van 2016 in Frankrijk. Wellicht zelfs het WK van 2018 in Rusland. Want fenomenale talenten als Schürrle, Götze, Schmelzer, Hummels en Reus kunnen nog prima zes jaar mee, nog afgezien van de (relatief) jonge sterspelers Müller, Özil, Khedira en Neuer.
Gisteravond vertelde analist Mehmet Scholl echter op de Duitse televisie dat het winnen van internationale finales buiten pure voetbalklasse ook een kwaliteit is. Gezien de laatste toernooien van Duitsland (halve finale 2012, 2010, 2006, verloren finale 2008, 2002) lijkt pieken op het moment suprème inderdaad een probleem. Duitsland kan de laatste stap nog niet zetten. De laatste toernooizege dateert van 1996, toen Duitsland de Europese titel wist te veroveren. De nieuwe generatie topvoetballers zal van onze Oosterburen echter weer de toernooiploeg van weleer moeten formeren om succes te kunnen gaan boeken.
Italië is echter vroeger dan velen hadden verwacht alweer de toernooiploeg die het moet zijn. Trainer Cesare Prandelli heeft zijn ploeg op het juiste moment laten pieken, terwijl het aanvankelijke doel het WK van 2014 was. Een nieuwe generatie Italiaanse voetballers moest nieuwe glorie brengen na de wereldkampioenen van 2006. Bezijden de wereldtitel in Duitsland was Italië de laatste jaren allerminst een vaste klant diep in de eindrondes. In 2010 eindigde het toernooi na de poulefase, in 2008 in de kwartfinale. In 2004 vloog Italië eruit in de poule, in 2002 reikte het tot de achtste finale. In 2000 verloor het overigens wel de finale van Frankrijk. Prandelli heeft echter een sterk team weten te formeren, dat gedurfder speelt dan ooit tevoren. Daniele De Rossi weet naast de fenomenaal presterende Andrea Pirlo de balans te bewaken. Mario Balotelli forceerde samen met zijn
partner in crime Antonio Cassano gisteravond de zege op Duitsland. Een zege die was verdiend.
Ik ben benieuwd hoe de finale van zondag zal verlopen. Wellicht dat Italië voor een nieuwe verrassing kan zorgen. Het zou vooral voor Andrea Pirlo een ongelofelijke kroon op het werk vormen, want de middenvelder is op zijn oude dag vooralsnog dé speler van het toernooi, dé speler van Euro 2012. Al mag die gekke Balotelli er natuurlijk ook zijn, want hij is wellicht de meestbesproken voetballer. Niet alleen van dit toernooi, maar van dit moment. Het maakt van Italië een kleurrijk geheel, een sterke ploeg, die Spanje eerder dit toernooi al op 1-1 wist te houden.
Het is een mooie voorbode voor een spannende en prachtige finale. Laten we hopen op een passende afsluiting van Euro 2012. Want een eindronde waarin Nederland vroeg wordt uitgeschakeld, heeft ongewild toch een enigszins kleurloos karakter.