Woensdag werd er in het Vlaams Parlement gedebatteerd over het geplande nationale stadion op parking C van de Heizel. Vlaamse minister van Sport Philippe Muyters bevestigde dat Vlaanderen niet wil investeren in het stadion. Daarom werd er beslist om drie werkgroepen op te stellen. Een onderzoek van Deloitte toonde aan dat een nieuw nationaal stadion niet mogelijk is zonder de financiële steun van Vlaanderen en Brussel. Maar het Vlaams Parlement is niet van plan om in de geldbuidel te tasten. Bovendien stelt de Vlaamse Regering als voorwaarde dat er een oplossing moet komen voor de Memorial Van Damme, die nu nog doorgaat in het Koning Boudewijnstadion. Volgens de minister van Sport is er afgesproken om drie werkgroepen op te richten. Een eerste om te onderzoeken of het stadion zonder overheidsgeld financieel haalbaar is, een tweede zal samen met de atletiekbond een oplossing zoeken voor de Memorial en de laatste zal zich bezighouden met mobiliteit, veiligheid en vergunningen. Een mogelijke oplossing voor de atletiek is om het huidige Koning Boudewijnstadion tot 2023 te laten staan. Op die manier kan er in 2022 het EK nog worden georganiseerd. Op de vraag of Muyters voluit voor een nieuw stadion wil gaan, antwoordde hij ten slotte het volgende: "Ik ga voor elke investering in Vlaanderen die werk met zich mee zal brengen, maar binnen de regels die zijn opgelegd."