Ruben Van Gucht is nu al enkele jaren niet meer uit het nieuws weg te slaan. De 'bad boy' van de openbare omroep staat bekend om talloze relationele escapades en recent ook... een stevige verkeersinbreuk. Nu toont hij een heel andere kant van zichzelf.
LEES OOK: 'De rugzak zit vol'-Alderweireld slaat geheel nieuwe weg in
"Ik vertrouw op mijn parate kennis"Van Gucht zal vanavond plaatsnemen op de stoel van... De Slimste Mens ter Wereld. In navolging van collega Peter Vandenbempt, die slechts één aflevering overleefde, hoopt de blonde sportcommentator te schitteren.
Wanneer Van Gucht gevraagd werd om opnieuw deel te nemen aan een grote televisiequiz, aarzelde hij aanvankelijk. Tien jaar geleden werd hij na één aflevering al naar huis gestuurd, een ervaring die hem deed twijfelen of het format wel bij hem past. Ook in Blokken deed Ruben trouwens ooit mee, een kort avontuur.
Een etentje met Erik Van Looy en de eindredacteur deed hem uiteindelijk overstag gaan. “Erik vroeg het lief, betaalde de rekening en overtuigde me,” zegt hij met een lach bij HLN.
Het onvermijdelijke onderwerp: relaties, rijverbod en lijstjes
Ruben weet beter dan wie ook dat hij een bron van inspiratie is voor scherpe oneliners. Zijn open huwelijk, de recente veroordeling tot een tijdelijk rijverbod en zijn eerdere uitspraken over zijn liefdesleven — waaronder het lijstje met vrouwen waarover hij sprak op JOE — blijven voer voor grappen.
“Dat is allemaal oké,” zegt hij. “Ik kan relativeren. En ik heb genoeg zelfspot. Het zou flauw zijn als de jury zich inhield.” "Ik ben rad van tong – tikjes incasseren én uitdelen" Van Gucht is niet bang om een prikje terug te geven. “Als ik tikjes krijg, kan ik antwoorden. Ik ben nieuwsgierig naar wat er komt. Zenuwen heb ik niet. Mijn doel is gewoon: me amuseren.”
Of hij het beter zal doen dan Peter Vandenbempt? “Ik heb die aflevering niet gezien, maar vond zijn exit wel vreemd, want ik ken Peter goed. Hij is heel slim en heeft een zeer uitgebreide kennis. Ik snap dus niet hoe het daar is kunnen misgaan." Zo klonk het vol ongeloof.
Maarten Coenen