Anderlecht staat voor een cruciaal tweeluik tegen AEK Athene. Het bereiken van de groepsfase in de Conference League is een noodzaak. Sportief om de club weer op de Europese kaart te zetten, maar minstens evenzeer financieel.
LEES OOK: Wat werd er van deze vergeten Anderlecht-helden?
Bestuur eist 15 miljoen uitgaande transfersSportief directeur Olivier Renard bracht deze zomer een ruime kern samen met duidelijk oog op Europees voetbal. De A-ploeg telt momenteel 32 spelers, aangevuld met enkele jongens die eigenlijk overbodig zijn. Dat zorgt voor concurrentie, maar ook voor een stevige loonmassa.
Renard investeerde bovendien al meer dan 18 miljoen euro in inkomende transfers, terwijl er nauwelijks spelers vertrokken. De balans is dus zwaar in het rood en de raad van bestuur rekent erop dat er voor het einde van de mercato nog minstens 15 miljoen euro aan uitgaande transfers gerealiseerd wordt. Wordt Anderlecht uitgeschakeld in Europa, dan loopt dat bedrag mogelijk nog verder op.
Simic grootste kandidaat-vertrekker
De inkomsten uit de Conference League – naar schatting zo’n 4 miljoen euro – zijn voor de club broodnodig. Zonder dat geld wordt de druk om spelers te verkopen nog groter. In dat kader schuift Het Nieuwsblad vooral Jan-Carlo Simic naar voren als mogelijke verkoop.
De jonge verdediger geniet buitenlandse interesse en kan de club een stevige som opleveren. Daarnaast zijn ook Mario Stroeykens – die zijn laatste contractjaar ingaat – en Kasper Dolberg logische kandidaten om de kas te spijzen.
De boodschap is duidelijk: Anderlecht moet niet alleen voor de sportieve eer Europees voetbal afdwingen, maar ook om de eigen financiën leefbaar te houden.