Union hield hen van de dubbel, maar meer dan ooit dreigt het succes straks haar tol te eisen bij Club Brugge. Tenslotte dreigen tal van sterkhouders daar straks een stap hogerop te wagen. In vier titularissen en één bankzitter hun geval is een vertrek in de zomermercato volgens Het Nieuwsblad intussen zelfs al een uitgemaakte zaak.
Na amper één seizoen in Brugse loondienst wordt er al fel aan de mouw getrokken van Christos Tzolis en vooral Ardon Jashari, maar behoudens een niet te weigeren bod hoopt Blauw-Zwart het duo langer aan boord te houden. Joel Ordonez, Raphael Onyedika, Maxim De Cuyper en Ferran Jutglà daarentegen lijken sowieso onhoudbaar te worden.
Club kan cashen
"Voor de eerste drie namen mikt Club op de hoofdprijs, en het wordt gesterkt in dat idee door de forse belangstelling: meerdere Europese topclubs hebben zich reeds gemeld bij de entourage van de spelers", klinkt het. Ordonez wordt gelinkt aan onder meer Arsenal en Chelsea, terwijl De Cuyper bij Engelse en Italiaanse hoogvliegers op de shortlist staat.
Zij liggen allebei nog vast tot medio 2028, één jaartje langer dan Onyedika - die op de radar van Galatasaray prijkt. Ondanks de totale uitverkoop zal er van solden dan ook geen sprake zijn. Integendeel: het gegeerde trio moet stuk voor stuk de kassa doen rinkelen in Jan Breydel. Opgeteld wordt hun marktwaarde alvast op maar liefst 63 miljoen geschat.
Jutglà & Nielsen
In het geval van Jutglà hoeft Club niet meer op de jackpot te rekenen, want hij gaat zijn laatste contractjaar in. "Omdat geen van beide partijen brood ziet in een verlenging is een transfer in het tussenseizoen een must. Zeker voor Club: anders dreigt de spits binnen één jaar gratis weg te gaan", luidt het. Benieuwd hoeveel geld hij nog in het laatje brengt.
Nog volgens de krant mag ook Casper Nielsen een jaar voor zijn verbintenis afloopt normaal gezien beschikken. Hoewel ze in hetzelfde schuitje zitten wordt over Jorne Spileers, Bjorn Meijer en Romeo Vermant, die allicht wel zal bijtekenen, niet gerept. Net zomin als over Chemsdine Talbi overigens, ondanks de toenemende geruchten rond zijn persoon.