Jannick Lanckriet
De 'gouden generatie' van de Rode Duivels is stilaan helemaal verleden tijd. Kevin De Bruyne en Romelu Lukaku zijn eigenlijk de laatste overblijvers van de ploeg die de voorbije tien jaar grote successen boekte. Alle andere spelers zijn zelf gestopt of verdwenen geleidelijk aan uit beeld.
In die laatste categorie kan ook Christian Benteke geplaatst worden. De targetspits haalt op zijn 33ste nog altijd een hoog niveau bij DC United, waar hij dit seizoen al negentien keer scoorde in 25 wedstrijden in de Amerikaanse MLS. Zijn laatste cap dateert intussen echter alweer van maart 2022.
Toen scoorde Benteke nog als invaller in een oefenwedstrijd tegen Burkina Faso. Hij zou daarna echter niet meer opgeroepen worden door Roberto Martinez en werd gepasseerd voor het WK in Qatar. Ook Domenico Tedesco viste hem niet meer op.
LEES OOK: Garcia ziet één 'voordeel' aan blessures Lukaku en De Bruyne
Benteke verdiende meer kansen bij Rode DuivelsDaardoor blijft Benteke toch een beetje op zijn honger zitten wat betreft zijn carrière als international. Met achttien goals in 45 interlands kan hij wel uitstekende cijfers voorleggen, maar zelden speelde hij eigenlijk een hoofdrol. Hij speelde amper 20 minuten voor de Duivels op grote toernooien, verspreid over drie invalbeurten op de EK's van 2016 en 2021.
"Ik ben tevreden", zegt Benteke desondanks wel aan The Athletic. "Maar meer dan met mijn clubcarrière heb ik het gevoel dat ik niet de kans kreeg die ik verdiende. Want daar had ik uiteraard geen controle over. Dat lag in handen van de trainer. Of ik was geblesseerd."
Gemiste WK 2014 als grootste spijt
Zo werd Benteke door Martinez ook gepasseerd voor het WK in 2018. "Maar mijn grootste spijt is het WK in 2014", zegt Benteke. "Ik was op de top van mijn kunnen. Ik speelde voor Aston Villa en ik scoorde vlot. Ik zou in Brazilië de nummer één in de spits zijn, maar dan blesseer ik me aan de achillespees. Dat was wellicht de moeilijkste periode in mijn carrière."
Uiteindelijk zou dat WK de grote doorbraak betekenen van Divock Origi, die toen als onbekende tiener de plaats van Benteke in de selectie innam. Later zou de boomlange spits ook nog moeten afrekenen met de concurrentie van Michy Batshuayi, waardoor zijn speelkansen met de jaren alsmaar minder werden.
