Club Brugge blijft door Europa razen. De ploeg van Carl Hoefkens legde dinsdag nu ook Atlético Madrid over de knie. Na eerdere zeges tegen Bayer Leverkusen en FC Porto betekent dat 9 op 9 voor de regerende Belgische landskampioen. Wie had daar ooit van kunnen dromen?
Tijdens de voorgaande campagnes liet Club ook mooie dingen zien, maar toch liep het altijd ergens fout om te overwinteren op het kampioenenbal. Vorig seizoen startten de Bruggelingen met een gelijkspel tegen PSG en een zege tegen RB Leipzig. Ze leken te mogen dromen van een stunt, maar vier zware nederlagen later was de vierde plaats in de groep een feit. Dit seizoen lijkt die felbegeerde kwalificatie voor de achtste finales binnen handbereik te liggen.
Carl Hoefkens schetst het grote verschil met de campagnes in het verleden. "Ik heb vanaf de eerste match tegen mijn spelers gezegd dat ik niet de coach wil zijn die achteraf moet zeggen: er zat meer in. Dat gebeurt heel dikwijls - niet alleen bij ons de voorgaande jaren", aldus de Club-coach bij Sporza. "Tegen zulke tegenstanders moet je nu eenmaal je kansen afmaken en elk moment van onoplettendheid wordt afgestraft. Voor mij hebben we op die vlakken grote stappen gezet", denkt hij.
NUL HOUDEN
Op het vlak van kansen afmaken heeft Club inderdaad grote stappen gezet, maar ook achterin is er overduidelijk verbetering merkbaar. Na drie matchen in de CL slikte Blauw-Zwart namelijk nog geen enkele tegentreffer. De Brugse verdediging en Simon Mignolet mogen zich op de borst kloppen. De Rode Duivel krijgt dan ook meer dan terecht lof van onder meer Yannick Carrasco en Axel Witsel.