Club Brugge werd voor het seizoen getipt als grootste kanshebber om zichzelf op te volgen als landskampioen. Maar na drie speeldagen is het duidelijk dat er bij Blauw-Zwart nog heel wat werk op de plank ligt. Met 4 op 9 kunnen de Bruggelingen onmogelijk spreken van een geslaagde start.
Na het vertrek van Alfred Schreuder naar Ajax, nam het Brugse bestuur een bepaald risico door de vrij onervaren Carl Hoefkens door te schuiven naar de positie van hoofdcoach. Die moet in zijn eerste weken weliswaar onder lastige omstandigheden werken, zo wordt er nog volop gesleuteld aan zijn spelersselectie. Bovendien is het na amper vier officiële wedstrijden nog veel te vroeg om verregaande conclusies te trekken. Toch steken hier en daar al twijfels de kop op over de Brugse T1.
Zo zit er momenteel weinig lijn in het spel. Iets wat Hans Vanaken, zonder daarbij de trainer te viseren, ook al aanhaalde. De verticaliteit die Hoefkens verlangt is vaak ver te zoeken. Daarnaast maakte de trainer geen goede beurt met de manier waarop hij bepaalde spelers behandelt. Jack Hendry en Owen Otasowie bijvoorbeeld, zitten de ene match op de tribune om vervolgens in de basis te starten en omgekeerd. En ook het, vaak weinigzeggende, discours op zijn persbabbels wordt niet overal gesmaakt.
MEEKRIJGEN IN VERHAAL
Omdat nu ook de resultaten achterblijven, neemt de druk dus toe. Niet onlogisch voor een beginnend hoofdcoach bij veruit de succesvolste club van de voorbije jaren. Maar voorlopig maakt Hoefkens zich nog geen grote zorgen. "Of ik de druk voel? Dat is hetzelfde bij elke coach. Er is één ding belangrijk en dat is wedstrijden winnen. Momenteel gebeurt het niet, dus komt er sowieso druk", klonk het op zijn persbabbel achteraf. "Ik leg de druk nu niet op mezelf. Ik probeer gewoon iedereen mee te krijgen in hetzelfde verhaal en dan zullen de resultaten vanzelf komen."