De Belgische trainers grijpen de macht in de Jupiler Pro League. RSC Anderlecht, Club Brugge, Union SG en KRC Genk kozen bijvoorbeeld resoluut voor een Belgische coach en dat is een goede zaak.
Dat vindt ook Kris Van Der Haegh, hoofd jeugdopleiding van de KBVB, in Het Laatste Nieuws. “Net zoals Union Karel Geraerts als ex-assistent laat doorgroeien. En Vrancken verdiende zijn strepen bij KV Mechelen, hij verdient nu een kans bij een topclub. En op de vraag of het te vroeg is voor Hoefkens, zeg ik: 'Waarom?' Geen enkele coach die aan een job begint, is zeker dat hij zal lukken, maar Club heeft echt een profiel uitgezet: 'Wij staan voor dit voetbal. En daar zoeken we trainers en spelers voor.' Hoefkens is daarin opgeleid en kent het Club-DNA, dan heb je een voorsprong om succesvol te zijn."
DE VALKUILEN
Carl Hoefkens is zijn eerste seizoen als hoofdcoach gestart. Eerder was hij bij Club Brugge de verbindingsman tussen de jeugd en het eerste elftal en daarna de assistent-coach van Philippe Clement en Alfred Schreuder. En nu mag Hoefkens het dus gaan doen als T1. Club Brugge stelt een groot vertrouwen in Hoefkens maar Ariël Jacobs waarschuwde hem al over de extra druk die gepaard gaat met zo’n promotie. “Van T2 naar T1, alles verandert!” zei Jacbos vorige week in Sudpresse. En hij weet waarover het gaat. In 2007 was hij de assistent-coach van Franky Vercauteren, die enkele maanden later zijn ontslag kreeg bij Sporting.
Zo werd Jacobs de T1 van Anderlecht.
“Het gaat allemaal om beslissingen nemen en de stress die daarbij komt kijken”, zegt Ariël Jacobs nog in Sudpresse. “Als T2 ben je altijd alleen maar de adviseur. Als T1 ben jij degene die de beslissing neemt. En jij bent degene die beoordeeld gaat worden door 20.000 kijkers, duizenden andere kijkers, de media, je eigen management, enzovoort.” En daar blijft het niet bij. Als hoofdcoach heb je de leiding over een gans personeel. “Je moet een hele staf managen. En vandaag de dag neigt dit personeel steeds groter te worden. In mijn tijd, bijvoorbeeld, was er niemand om met data om te gaan. Maar tegenwoordig is het onmisbaar geworden. Je moet ook de media beheren. Je moet naar de pers gaan tijdens de week en na de wedstrijden. Terwijl als assistent, je rol op dit niveau praktisch nihil is.”