Speeldag 11 in de Jupiler Pro League leek wel vervloekt voor de Belgische arbitrage, die op heel wat velden stevig de mist inging. In haar wekelijkse duiding van het voorbije weekend had het Referee Department dan ook veel om over na te kaarten. Dat besefte men blijkbaar ook in Tubeke, want maar liefst vier fases werden nauwer onder de loep genomen.
De malaise begon al op vrijdag, toen KV Kortrijk op bezoek bij Club Brugge tevergeefs een strafschop claimde. Met recht en reden, zo oordeelt het Referee Department, want na een contact tussen Stanley Nsoki en Muhammed Badamosi had de bal wel degelijk op de stip gemoeten. Elders ontstond dan weer vooral commotie omtrent elfmeters die wél werden gefloten. In de partij tussen STVV en Anderlecht bijvoorbeeld leek er bij de eerste penalty nauwelijks contact tussen doelman Daniel Schmidt en RSCA-spits Christian Kouamé. Dat vond ook het Referee Department, dat de fase als onvoldoende beschouwt om een strafschop te rechtvaardigen. Al had de VAR wel gelijk niet tussen te komen "omdat de scheidsrechter technisch geen 'clear and obvious error' maakt".
Wat de elfmeter van Genk in Charleroi betreft wordt er niet dieper ingegaan op de fout zelf, waarbij Paul Onuachu eerst zelf een overtreding leek te begaan. Wel steunt het PRD de beslissing van Lawrence Visser om de penalty te laten hernemen, vermits Hervé Koffi te snel van zijn lijn vertrok. Bij de tweede gemiste poging was zijn redding daarentegen wél conform met de regel. Tot slot kreeg ook AA Gent tegen Eupen een goedkope penalty, nadat Roman Bezus gretig de grond opzocht in duel met Stef Peeters. Anders dan in Sint-Truiden had de VAR hier volgens het Referee Department wél moeten ingrijpen. "Het lichte contact aan de arm, wat we zien als een normaal contact, is namelijk niet de oorzaak is van het vallen van de Gent-aanvaller", klinkt het immers.