In coronatijden hadden velen een pak minder
transfers verwacht, maar niets was minder waar. In België was het weer een komen en gaan van spelers. Bij heel wat clubs was er amper sprake van een standvastig beleid. Opvallend: de grote Belgische clubs huren dit seizoen als nooit tevoren.
Club Brugge heeft wél een stabiel beleid, maar toch is het bijzonder opvallend dat de club met Eduard Sobol, Noa Lang (verplichte aankoopoptie), Stefano Denswil, Nabil Dirar en Tahith Chong vijf huurlingen in de kern heeft.
Anderlecht doet het ook ‘goed’. Peter Verbeke heeft amper geld, en kan bijna enkel spelers huren. Percy Tau keerde al terug en met Matt Miazga, Majeed Ashimeru, Lukas Nmecha, Jacob Bruun Larsen en Paul Mukairu heeft het dit seizoen maar liefst zes huurtransfers gedaan.
Royal Antwerp FC is nog een club waar het een komen en gaan is van spelers. Handel drijven is de favoriete bezigheid van Luciano D’Onofrio. Met Cristian Benavante (al na ruim 3 maanden weg naar Charleroi), Jordan Lukaku, Ortwin De Wolf, Jérémy Gelin, Lee Jae-ik, Birger Verstraete, Nana Ampomah, Maxime Le Marchand en Felipe Avenatti staat de teller op negen huurdeals.
Bij KRC Genk zijn ze altijd al tegen huurdeals geweest, wat best een logische redenering is. De club heeft momenteel géén enkele huurspeler in zijn rangen. Zo kan het dus ook. AA Gent doet het ook zonder huurtransfers.
Eindigen doen we met Standard en Charleroi. De Rouches hebben met Joao Klauss één huurling in de kern, buur Charleroi een aantal meer. Saido Berahino, Lukasz Teodorczyk, Cristian Benavente, Jordan Botaka, Ognjen Vranjes, Cédric Kipré en Kevah Rezaei hebben allen een tijdelijk contract op Mambourg.
De G7 tikt zo dus af op 28 huurspelers. België is meer dan ooit een transitland voor voetballers.