Kort maar krachtig. Dat is het minste wat we kunnen zeggen van de passage van Jess Thorup bij KRC Genk. Na amper een paar wedstrijden ruilde de Deen de Luminus Arena alweer in voor FC Kopenhagen in zijn thuisland, maar in de tussentijd wist hij toch stevig zijn stempel te drukken bij de Limburgers. Vooral dan door enkele potentiële sterkhouders weer optimaal te laten renderen.
We denken dan onder andere aan verdedigers Jhon Lucumi en Joakim Maehle, middenvelder Patrik Hrosovsky en speerpunt Paul Onuachu. De speler die het meest opleefde onder Thorup, was echter toch Theo Bongonda. Genk legde in de zomer van 2019 een recordsom van zeven miljoen neer om de winger weg te plukken bij Zulte Waregem, maar in zijn eerste seizoen waren zijn prestaties eerder middelmatig. Met Felice Mazzu bleek het immers niet echt te klikken, en met diens opvolger Hannes Wolf was er evenmin veel chemie. Uiteindelijk klokte Bongonda af op vijf treffers en vier assists in 22 duels, waarmee hij toch wat onder de verwachtingen bleef.
Een beslissende pass moet de 25-jarige linkspoot dit seizoen nog trappen, maar intussen was hij wel al goed voor maar liefst acht doelpunten. Het merendeel daarvan sinds het ontslag van Wolf, met zeven goals in zijn laatste vier duels. "Vorig seizoen heette hij een miskoop, maar hij is zich enorm aan het rehabiliteren. Hij is nog geen Pozuelo, maar kan Genk toch veel rendement bezorgen", meent Eddy Snelders dan ook in De Witte Duivel. Mogelijk zowel op als naast het veld, waar de Limburgers de miljoenen vast al kunnen ruiken. Tenminste indien Bongonda de lijn onder John van den Brom kan doortrekken, wat tegen Moeskroen alvast aardig lukte.