In het RTL-programma 'Dossiers Tabous' van de bekende journalist Christophe Deborsu, werd woensdagavond 'Operatie Propere Handen' behandeld. En voor de eerste keer sinds het uitbreken van het grote voetbalschandaal sprak voormalig Anderlecht-manager Herman Van Holsbeeck met de pers. "Ik heb nooit een envelop van Mogi Bayat gekregen", klonk het onder meer.
Van Holsbeeck werd nochtans een te innige relatie met de verdachte makelaar verweten. Maar hij benadrukt dat hij in zijn functie moeilijk anders kon. "Toen ik op 4 april werd ontslagen, was één van de eerste beslissingen van het nieuwe bestuur om Mogi de toegang tot Anderlecht te ontzeggen. Wat stel ik vast? Drie maanden later doet de club zijn eerste grote transfer, Uros Spajic voor 7 miljoen euro naar Krasnodar. Wie heeft dat geregeld? Mogi Bayat. Een paar weken later vinden ze bij Anderlecht geen oplossing om Lukas Teodorczyk van de hand te doen. Anderlecht vraagt Bayat en na twee weken vertrekt Teodorczyck voor 3,5 miljoen naar Udinese."
Volgens Van Holsbeeck was er gewoonweg niets te doen aan het monopolie van Bayat op de Belgische markt. "Hij is gewoon incontournable. Je kan niet om hem heen. Wie hem nu bekritiseert, dat zijn toch vooral gefrustreerde mensen. Mogi dat is Napoléon, de ene dag komt hij met een Ferrari, de andere met een Porsche. Dààr is hij vooral het slachtoffer van, van zijn houding, van zijn grote mond."
Toch gelooft Van Holsbeeck erin dat de makelaar geen fouten heeft gemaakt die anderen schaden. "Hij heeft misschien geprobeerd om een beetje minder belastingen te betalen, maar aan matchfixing heeft hij nooit gedaan."