Ledley King moest vanwege een slepende knieblessure noodgedwongen een punt zetten achter zijn actieve loopbaan bij Tottenham Hotspur. De verdediger baalt daarvan, maar blijft als ambassadeur wel betrokken bij
The Spurs.
"Bij de start van vorig seizoen voelde mijn knie hetzelfde aan als vijf jaar terug en ik kon door. Ik dacht niet aan stoppen", zei de 31-jarige King tegen
The Sun. "Vervolgens wilde ik, ondanks dat ik er halverwege veel last van had, door naar mei, in de zomer afwerken met de blessure en weer terugkomen. Maar de chirurg zei dat hij mij op deze jonge leeftijd niet met een andere knie wilde zien en dat zou gebeuren als ik door zou gaan met voetballen."
"Mijn knie voelde verschrikkelijk, dus dat maakte de beslissing denk ik makkelijker. Ik geef toe dat er wat tranen waren, omdat ik altijd het idee had dat ik mee af kon werken. Ik vond altijd iets om de situatie te veranderen en door te gaan naar het nieuwe seizoen", zei King, die de blessure in 1999 tegen Derby County al opliep. "Het is onvoorstelbaar dat ik zo lang kon spelen nog, als ik terugdenk aan die wedstrijd."
"Dat was mijn eerste basisplek voor Tottenham, ik speelde op het middenveld en na dertig seconden kreeg ik een schop van Rory Delap. Ik kon de wedstrijd uitspelen, maar had een operatie nodig en was zes weken weg. Ik heb daarna telkens operaties aan die linkerknie gehad. Je kunt zeggen dat dat het begin van mijn einde was en dat was pas vier dagen na mijn negentiende verjaardag."
"Ik had snel in de gaten dat ik niet zo goed zou worden als ik zou willen, maar ik voelde nog altijd wel dat ik heel goed kon worden. Het eerste jaar was denk ik het meest frustrerend, maar het had ook helemaal over kunnen zijn, dus ik kon het wel accepteren. Er is echter ook veel teleurstelling, omdat ik weet dat het heel anders had kunnen zijn, in positieve zin", aldus King.