Vier matchen, vier rollen—en zelfs in Europa lijken z’n minuten ineens te krimpen. De Zerbi prijst zijn voetenwerk, maar eist ook vuile meters en duelkracht: zonder dat schuift hij achteruit in de pikorde. Tegen Atalanta koos OM voor zwaardere profielen: de zekerheid op CL-minuten is nu ook weg. Wat vertelt dit écht over zijn plek bij OM—en wat moet Vermeeren nu veranderen om het tij te keren?
LEES OOK: Franse verbijstering: Vermeeren onder schietvuur bij OM
Van CL-verzekerd naar bankzitter: het kantelpunt?Arthur Vermeeren en de Champions League: tot voor kort leek dat een veilige combinatie. In Europa kreeg hij dit seizoen bijna altijd minuten van zijn coach Roberto De Zerbi. Op het Bernabéu viel hij na het uur in. Tegen Ajax startte hij, in Lissabon begon hij opnieuw.
Het voelde alsof de Champions League zijn natuurlijke habitat was: balvast, rustig, precieze passing. En dan kwam de match tegen Atalanta Bergamo deze week. Voor het eerst dit seizoen bleef hij daar negentig minuten op de bank. De boodschap: zelfs in Europa zijn zijn minuten niet langer vanzelfsprekend.

De aanloop naar die avond vertelt het eigenlijk al. In Lens mocht hij nog starten. Tegen Angers stond hij in de basis maar ging hij er al bij de rust af. Op Auxerre kwam hij pas na het uur erin om een 0-1 vast te houden. Vier dagen later, thuis tegen Atalanta, bleef hij 90 minuten op de bank zitten.
Vier matchen, vier rollen: starter, wissel aan de rust, invaller, en dan niets. Voeg daar nog bij dat hij in de Ligue 1 al drie keer negentig minuten ongebruikt op bank bleef, en je ziet de trend: Vermeeren schuift achteruit in de pikorde.
De Zerbi stuurt hard signaal: techniek alleen is niet genoeg
Dat komt vooral door de hoge eisen van De Zerbi en het profiel van de tegenstander die zwaarder beginnen te wegen. De Zerbi zegt het nu al weken rechtuit. Vermeeren heeft de klasse aan de bal. Dat is niet het probleem. De vraag is: kan hij in elke wedstrijd ook de duels winnen, de tweede bal recupereren, en het middenveld fysiek doen kantelen?
De Zerbi noemde hem “mentaal nog jong” en zei dat het “niet voldoende” is wat hij brengt als het spel vuil en hard wordt. Tegelijk voegde hij er meteen aan toe dat Vermeeren “het heden én de toekomst van OM” is.

Dat klinkt dubbel, maar het is eigenlijk heel simpel: Vermeeren zal veel meer spelen als hij naast zijn passing óók vuile meters maakt. En hij zal minder spelen als de match om hard voetball vraagt en dat Vermeeren daarin (nog) te licht oogt.
Atalanta was zo’n match. Het middenveld van de Italianen is geen plek voor lichtgewichten; het is een loopgraaf. Daar zette De Zerbi zwaardere profielen neer, types die meteen lijf aan lijf gaan. Dat is geen veroordeling van Vermeeren. Het is een keuze per tegenstander. Alleen: de Champions League was tot nu toe het podium waar hij altijd wel minuten kreeg. Die zekerheid is nu weg.
Vermeeren móét vuile meters maken om te overleven
Het betekent dat de lat hoger ligt. Auxerre was een goed voorbeeld van wat hij nu wél al brengt: invallen bij 0-1, de bal vragen, geen paniek, controle en rust in het hoofd. Dat blijft goud waard. Alleen is het in deze periode niet genoeg om op harde Europese avonden automatisch het veld te betreden.
Daarbovenop moet hij tonen dat hij duels kan aangaan én winnen. Dat hij sneller reageert op afvallende ballen. Dat hij zijn lichaam vóór de man zet in plaats van ernaast te lopen. Eén sterke invalbeurt met zichtbare agressie kan de hiërarchie in het hoofd van De Zerbi meteen opschuiven.

De Zerbi is streng, maar niet koppig. Dat zie je aan hoe hij spreekt over Vermeeren: hij houdt van zijn spel, hij wil hem op het veld krijgen, maar hij wil hem eerst harder zien.
Niemand vraagt hem om zichzelf te veranderen in een breker. Hij moet zijn stijl net uitbreiden. De lijnbrekende passes blijven zijn handelsmerk, maar ze moet volgen op een gewonnen duel. Eerst de bal veroveren, dan de bal laten spreken.
Olivier Plancke