Bij RSC Anderlecht wordt er veel gesproken over de terugkeer van Ilay Camara. Er wordt de Deense voorgangers van Olivier Renard en Besnik Hasi daarin heel wat verweten. Al is Paars-Wit geen alleenstaand verhaal.
LEES OOK: 'Romano meldt volgende miljoenendeal voor Westerlo'
Sadiki, Stassin en CamaraDat Anderlecht Noah Sadiki en Lucas Stassin gaat, kwam hard aan bij de fans. Zij stonden bekend als grote talenten. Zij leverde RSCA samen ongeveer 6 miljoen euro op, terwijl ze nadien voor 27 miljoen euro werden verkocht door Westerlo en Union SG. We haalden al aan dat Anderlecht een volgende stap moet zetten en dergelijke talenten in de toekomst moet uitlenen.
Camara kreeg van Jesper Fredberg zijn eerste profcontract. Nochtans speelde hij voordien al enkele seizoenen in Brussel en pas op zijn 20ste tekende hij dat profcontract. Hij deed het niet onaardig bij RSCA Futures, maar was er ook geen uitblinker. Hij had een tussenstap nodig bij RWDM en Standard. Ploegen waar hij onderaan en bij de middenmoot meespeelde.
Camara was twee jaar geleden nog niet klaar om bij Anderlecht, dat in dat seizoen voor de titel meestreed, mee te draaien. Renard haalde ook Simion Michez aan, maar die had ook een tussenstap nodig bij Beerschot. Daar deed hij het goed, maar bij Slavia Praag (aan de Tsjechische top) lukte het vorig jaar niet echt. Hij werd uitgeleend aan reeksgenoot Sigma Olomouc.
Abid, Rommens en Van de Perre
Bij KRC Genk kennen ze dezelfde problemen. Daar lieten ze de afgelopen jaren jongens als Tuur Rommers, Kamiel Van de Perre en Abnane Abid zo goed als gratis gaan. De eerste ontwikkelt zich zeer goed bij Westerlo, waar hij ook tijd nodig had om aan te passen aan eerste klasse. Tijd die je bij een Belgische topclub niet krijgt. Hij kan nu naar Lecce, Feyenoord en Hoffenheim. Dat gaat de kassa met miljoenen euro’s vullen.
Abid deed het uitstekend bij Patro Eisden en versierde een overgang naar Standard. Van de Perre was vorig jaar een revelatie bij Union SG. Bij Racing Genk zullen ze ongetwijfeld vloeken. Dat iemand als Van de Perre meteen meedraait bij een Belgische topclub had Genk misschien ook moeten kunnen inschatten. Rommens en Abidi waren – net zoals bij Camara en Michez in Brussel – nog niet klaar voor een echte rol bij de eerste ploeg van Genk op het moment van hun vertrek.
We vermoeden dat ploegen als RSCA en Genk de komende jaren dergelijke spelers liever willen gaan uitlenen. Doordat ze in de Challenger Pro League spelen, ontwikkelen ze zich sneller. Daardoor voelen dergelijke spelers zich (terecht) ook sneller klaar voor een stap hogerop: de Jupiler Pro League.
Bij Anderlecht en Genk blijven de talenten van eigen bodem echter ook kansen krijgen. De afgelopen jaren kregen Théo Leoni en Tristan Degreef hun kansen onder het Deense bewind, nu komt Nathan De Cat er meer en meer door. Bij KRC Genk wisten ze met Mike Penders en Konstantinos Karetasas twee jongens te lanceren en ook Josué Kongolo klopt op de deur.