Olivier Plancke
Anderlecht haalde afgelopen winter de 22-jarige Deense verdediger Lucas Hey binnen als veelbelovende opvolger van Jan Vertonghen. Voor zo’n 2,5 miljoen euro kwam hij over van FC Nordsjaelland. Hey wordt geprezen om zijn technische kwaliteiten, spelinzicht en leiderschap, en past perfect in het opbouwende spel van paars-wit. Hoewel hij nog werkpunten heeft zoals snelheid en lef in de opbouw, ziet men in hem nu al de toekomstige sterkhouder van de verdediging.
LEES OOK: Anderlecht heeft beet: aanwinst nummer 8 is binnen
Anderlecht legt Lucas Hey vast als toekomstige sterkhouderAfgelopen winter haalde Anderlecht Lucas Hey weg bij FC Nordsjaelland voor zo’n 2,5 miljoen euro, een bedrag dat via bonussen kan oplopen tot 3 of zelfs 4 miljoen.
Volgens Sara Margen, journaliste bij het Deense Bold, was Victor Nelsson (Galatasaray) oorspronkelijk de eerste keuze van Anderlecht. De 26-jarige verdediger verkoos echter een competitie van een hoger niveau dan de Jupiler Pro League, hij ging op uitleenbasis naar AS Roma, en bleek bovendien een stuk duurder dan Hey.
De 22-jarige Hey tekende in het Lotto Park een contract voor vier en een half jaar. Hij wordt gezien als een van de grootste talenten van het Deense voetbal en haalde zelfs de prestigieuze Golden Boy-lijst met de 100 grootste Europese beloften.
“Ik zie hem ooit winnen in een groot Europees kampioenschap,” zei Freyr Alexandersson, zijn voormalige coach bij Lyngby, aan Le Soir. De ex-trainer van KV Kortrijk prees niet alleen Heys intrinsieke kwaliteiten, maar ook zijn sterke persoonlijkheid en leiderschap, die hem regelmatig de aanvoerdersband opleverden.
Technisch en fysiek sterk: zoals Debast
Sara Margen omschrijft Hey als een uitstekende speler en een geboren leider. De verdediger is 1m89 groot en combineert fysieke kracht met technische bagage.
Hij beschikt over een sterke rechtervoet en staat bekend om zijn opbouwende kwaliteiten. Binnen Anderlecht wordt hij dan ook vaak vergeleken met Zeno Debast.
Hey is een rechtsvoetige centrale verdediger, maar hij kan ook links centraal of als linksachter uit de voeten. “Anderlecht heeft goed gescout,” zei Freyr Alexandersson aan Het Nieuwsblad.
Volgens hem past Hey perfect in de spelstijl van paars-wit: “Hij is sterk aan de bal, heeft een goeie passing en kan zowel crosspasses geven als tussen de lijnen spelen.” Alexandersson bevestigde dat Hey qua profiel sterk aanleunt bij Debast.
"De natuurlijke opvolger van Vertonghen"
In zijn eerste wedstrijden voor Anderlecht werden de kwaliteiten van Lucas Hey meteen zichtbaar. Hij is niet de hardste verdediger in duels, maar blinkt uit in zijn positionering.
Hey is comfortabel aan de bal, beschikt over een groot voetballend vermogen en raakt zelden in paniek met de bal aan de voet. Hij weet het spel vlot op gang te brengen en blijft rustig onder druk. Tegelijkertijd neemt hij geen onnodige risico’s en lost hij situaties slim op.
“Hij liet bij momenten zien dat hij het potentieel heeft om Jan Vertonghen op te volgen,” stelde Het Nieuwsblad. Jürgen Geril, clubwatcher van de krant, meent zelfs dat Anderlecht met Hey al een natuurlijke opvolger voor Vertonghen in huis heeft.
“Hij is volgens mij de beste verdediger van Anderlecht,” zei Olivier Deschacht bij DAZN. Door zijn overzicht, goede passing en balrecuperatie kreeg Hey ook al een kans als verdedigende middenvelder.
Tegen Cercle Brugge was hij één van de weinige lichtpunten, al bleef het bij dat ene experiment. “Lucas heeft het profiel om daar te spelen. Hij begrijpt waar de ruimte ligt en kan snel schakelen. Hij speelt vooruit in één of twee tijden,” aldus toenmalig coach David Hubert.
Werkpunten voor Hey: lef en snelheid
Toch zijn er nog werkpunten voor Lucas Hey. Hij is niet bijzonder snel en werd al meermaals gepasseerd, onder andere door Nikola Stulic (Charleroi), Tolu Arokodare (KRC Genk) en Aimé Omgba (AA Gent).
In de match tegen Fenerbahçe beging hij een blunder, maar hij verstopte zich niet en herpakte zich snel — een teken van mentale weerbaarheid.
Voetballend is hij comfortabel, maar bij het inschuiven durft hij niet altijd voluit vooruit te spelen. De crosspasses van een Zeno Debast of Jan Vertonghen heeft hij (nog) niet in zijn arsenaal.
“Hey, toon gerust nog wat meer lef,” schreef Jürgen Geril. Ook Het Laatste Nieuws merkte tijdens de wedstrijd tegen Club Brugge op dat coach Besnik Hasi hem herhaaldelijk tot de orde riep omdat hij geen cross naar de flank durfde te geven.
