Tolu Arokodare werd in januari naar KRC Genk gehaald met de verwachting dat hij op termijn de vaste aanvalsleider van de ploeg zou worden. Bijna een jaar later wordt echter steeds meer getwijfeld of de Nigeriaan in staat is om die rol te vervullen, en er rijzen steeds meer vragen over zijn kwaliteiten.
Het grootste knelpunt voor Tolu blijkt vooral zijn fysieke capaciteiten te zijn, wat zelfs heeft geleid tot speculaties over een mogelijke verkoop. In de VTM-podcast 'Vier-nul' gaf Marc Degryse aan: “Als je als trainer de (fysieke, red.) cijfers ziet, en dat is echt onvoldoende, dan moet je hem gewoon laten gaan, lijkt mij.”
Genk wint ‘prestigeslag’ van Anderlecht
Didier Frenay heeft nog wat openstaande rekeningen bij Anderlecht en de spelersmakelaar vond in de vorige wintermercato zijn kans schoon om Sporting een stevige hak te zetten.
Zijn cliënt, Tolu Arokodare, onderging op de slotdag van de transferperiode medische tests bij Anderlecht, maar daarna reed de spits samen met Frenay richting Genk, waar de Nigeriaanse speler uiteindelijk een contract van 4,5 jaar ondertekende.
Dit was een stevige tegenvaller voor Jesper Fredberg, die eerst probeerde om Frenay buitenspel te zetten om zijn gedroomde centrumspits aan te trekken, maar op die manier dus zijn eigen ruiten ingooide.
Genk had Arokodare aangetrokken om de opvolger te worden van goalgetter Paul Onuachu, die kort daarvoor een miljoenentransfer had gemaakt naar Southampton. “Ondanks zijn lengte is hij heel beweeglijk, snel in de eerste meters en sterk met het hoofd”, communiceerde Dimitri de Condé.
De Head of Football zei dat Tolu al flitsen van zijn klasse heeft laten zien, maar dat er ook nog heel wat rek op zit. “Onder de vleugels van onze technische staf gaat hij de komende jaren nog grote stappen voorwaarts kunnen zetten. We hebben met verschillende andere jonge talenten bewezen dat KRC Genk daarvoor de ideale omgeving is.”
De valse start van Tolu bij Genk
Tolu Arokodare heeft in zijn eerste half jaar bij Genk niet weten te overtuigen bij Genk. Johan Boskamp uitte zich kritisch en de Nederlander vond hem niet goed genoeg om de aanval te dragen, terwijl Thomas Chatelle suggereerde dat Genk een echte doelpuntenmaker miste.
Stef Wijnants benadrukte dat Genk nog een sterke nummer negen nodig had voor het systeem en de tactiek die de ploeg wil spelen. Het was dan ook geen toeval dat technisch directeur Dimitri de Condé tijdens de vorige zomermaanden druk en actief op zoek was naar een stevige versterking voor op de spitspositie.
De Condé bewoog hemel en aarde en ondernam meerdere pogingen om Paul Onuachu terug te halen naar de Cegeka Arena, maar de club kon niet voldoen aan de hoge financiële eisen van Southampton.
Uiteindelijk werd Andi Zeqiri (Brighton & Hove Albion) als een goedkoper alternatief naar Genk gehaald, hoewel de Zwitser een totaal ander profiel heeft dan Onuachu. Tolu werd vorige winter oorspronkelijk gehaald om op termijn de vaste centrumspits te zijn van de Limburgers.
Maar sindsdien zijn de twijfels en vraagtekens rond de boomlange Nigeriaan alleen maar gegroeid.
Tolu heeft niet de juiste kwaliteiten om de vaste 9 van Genk te zijn
Het Laatste Nieuws stelde eerder dat Tolu Arokodare simpelweg niet de juiste kwaliteiten bezit om de vaste nummer 9 van Genk te zijn. Hij wordt bekritiseerd omdat hij niet zorgvuldig genoeg kaatst en over de grond gewoon te weinig is.
Daarnaast lijkt hij vaak zijn defensieve taken te vergeten, met name het zetten van druk bij balverlies. Zijn nonchalante en lakse houding tijdens de wedstrijd tegen Sporting Charleroi speelde ook niet in zijn voordeel, waar hij zelfs werd uitgefloten door de eigen fans, en die zelfs juichten toen hij werd gewisseld.
Hoewel Arokodare dit seizoen nog regelmatig het doel weet te vinden, heeft hij wel veel kansen nodig om een doelpunt te scoren. Op momenten speelt hij een cruciale rol, maar dit gebeurt meestal wanneer hij als invaller het veld betreedt, zoals in de wedstrijd tegen Sint-Truiden.
Toen zorgde hij als invaller voor een belangrijk doelpunt dat leidde tot een indrukwekkende comeback van 3-3 in de derby tegen Sint-Truiden. Arokodare zette ook veel druk en oefende druk uit op de verdediging van de Kanaries, maar zulke positieve en kwalitatieve prestaties zijn helaas te zeldzaam.
Tolu boekt ‘valse’ progressie: zijn situatie wordt stilaan hopeloos
Het belangrijkste knelpunt voor Tolu Arokodare ligt voornamelijk op het fysieke vlak. Genk hoopte de afgelopen maanden op vooruitgang op dit gebied en naar eigen zeggen heeft Arokodare ook verbeteringen geboekt op dat vlak.
“Ik ben hier nu zes maanden en ik ben in die tijd een veel betere voetballer geworden”, verklaarde hij aan het begin van het seizoen. “Vooral op fysiek vlak. De manier waarop de coach wil spelen, met die hoge pressing, was nooit echt mijn stijl. Ik had niet gedacht dat ik het zou kunnen, maar kijk: ik doe het nu.”
Hoewel zijn start in het nieuwe seizoen inderdaad veelbelovend was, merkte Franky Van der Elst al snel op dat de vermeende fysieke vooruitgang van Arokodare mogelijk niet zo spectaculair was als aanvankelijk gedacht. “Als ik Tolu moeite zag hebben om die match tegen Servette uit te spelen… Amai”, verbaasde de analist zich stevig in Het Nieuwsblad.
In de wedstrijd tegen KAS Eupen stelde Het Belang van Limburg ook vast dat de fysieke paraatheid van Arokodare een groot probleem blijft. Zo kon hij bijvoorbeeld niet in de basis beginnen tegen de Panda's nadat hij de woensdag ervoor al 120 minuten had gespeeld tegen Servette Genève.
“Dat stemt tot nadenken. De Nigeriaanse aanvaller is een brok dynamiet, maar de lont komt te vaak los.”
Degryse: “Dan moet Genk hem gewoon laten gaan"
In de VTM-podcast ‘Vier-nul’ werd uitgebreid gediscussieerd over de zorgwekkende en schijnbaar uitzichtloze situatie van Tolu Arokodare bij KRC Genk.
De deelnemers aan de podcast, Aster Nzeyimana, Jarno Bertho, Marc Degryse en Frank Boeckx, begonnen de discussie met de vraag wie de vaste spits van het team zou moeten zijn: Tolu of Andi Zeqiri.
Bertho opende de discussie door te stellen: “Tolu kan fysiek blijkbaar geen 90 minuten aan.” Nzeyimana: “We hadden gedacht dat hij er ondertussen wel al aan die fysieke paraatheid zou staan. Kan het zijn dat dat nooit komt?”
Degryse: “Als je topfit bent, dan moet je toch gewoon 90 minuten kunnen spelen? Anders start je nooit aan een wedstrijd. Als je als trainer de cijfers ziet, en dat is echt onvoldoende, dan moet je hem gewoon laten gaan, lijkt mij.”
Boeckx: “Het feit dat Onuachu zo hard genoemd werd om terug te komen, zal daar ook veel mee te maken hebben. Dat hij (Arokodare, red.) het fysiek misschien nooit zal aankunnen. En omdat hij misschien niet het gemakkelijkste karakter is om altijd op de bank te moeten starten, en om in te vallen.”
Bertho: “Zou dat voor de mensen van Genk nu een verrassing zijn, dat hij geen 90 minuten aankan?”
Duidelijk is dat Arokodare een aantoonbaar fysiek probleem heeft, wat zich onder andere vertaalt in het beperkte aantal basisplaatsen en vele invalbeurten dit seizoen. Zelfs voordat Zeqiri arriveerde, toen Arokodare nog de enige centrumspits in de selectie van Wouter Vrancken was, was hij nooit de eerste keuze van de coach.
Dit seizoen is Arokodare slechts twee keer in de basis gestart in de Jupiler Pro League, terwijl hij acht keer als invaller in actie kwam. In Europese wedstrijden is het evenwichtiger met vier basisplaatsen en evenveel invalbeurten.
