Het blijft een zeer drukke voetbalzomer, want na het EK en de Copa America werd donderdag in Japan ook het Olympisch voetbaltoernooi op gang getrapt. De eerste wedstrijden zorgden meteen voor enkele grote verrassingen, want met Spanje en Frankrijk lieten meteen twee medaillefavorieten punten liggen.
Op de Olympische Spelen treedt elk land aan met zijn U23, aangevuld met maximum drie oudere dispensatiespelers. Spanje kon desondanks nog rekenen op maar liefst zes EK-gangers - Simon, Pau Torres, Garcia, Olmo, Oyarzabal en Pedri - aangevuld met Real Madrid-spelers Marco Asensio en Dani Ceballos. Ondanks al dat verzameld talent raakten ze niet verder dan een tegenvallende 0-0 tegen Egypte.
Voor wereldkampioen Frankrijk was het zelfs nog veel erger, want zij kregen een pandoering van Mexico. Les Bleus kregen een zware 4-1 om de oren. De Mexicanen maakten het verschil vroeg in de tweede helft met snelle goals van Vega en Cordova. Ervaren rot Gignac kon vanop de stip nog even de spanning terugbrengen, maar in de slotfase maakten Antuna en Aguirre de Franse afstraffing compleet.