De afgelopen maanden hoorden we dat Erling Haaland en Kylian Mbappé stilaan Lionel Messi en Cristiano Ronaldo voorbij staken. De twee bewezen dit seizoen nog maar eens dat zij nog altijd eenzaam aan de top staan.
Ronaldo was op het EK goed voor 5 goals in 4 matchen. Daarmee werd hij op zijn 36ste co-topschutter, samen met Patrick Schick. Ronaldo werd daarmee ook topschutter aller tijden op een EK. Nog een record erbij voor CR7. En toch hoorden we vreemde geluiden dat Portugal beter zou spelen zonder Ronaldo. De aanvaller speelde tot nu toe 1073 wedstrijden, waarin hij 783 keer scoorde en 270 assists gaf. Afgelopen seizoen stond de teller – op zijn 36ste! – bij Juventus en Portugal op 59 matchen, gekruid met 46 doelpunten en 6 assists. Hoezo, versleten?
Doelpuntenmachines
Lionel Messi begon door alle problemen bij Barça moeizaam aan het seizoen. “Zijn tijd is stilaan voorbij”, klonk het. ‘Leo’ nam Barcelona bij de hand, maar een titel zat er net niet in. Wel een Spaanse beker. Zijn ploeg was in haar totaliteit te zwak, net zoals Ronaldo bij Juve (ook al wonnen ze in Italië een Italiaanse beker en een supercup). Messi eindigde het seizoen knap door met Argentinië de Copa America te winnen. De 34-jarige aanvaller werd samen met Neymar uitgeroepen tot beste speler van het toernooi. Messi kende inzake persoonlijke statistieken nog maar eens een fenomenaal seizoen. Voor FC Barcelona en Argentinië speelde hij afgelopen seizoen 60 wedstrijden. Messi scoorde 44 keer en leverde 19 assists. In totaal speelde ‘de vlo’ tot op heden 929 officiële matchen in zijn carrière, waarin hij 748 scoorde en 356 assists uitdeelde.
Ronaldo en Messi blijven ook op hun 36ste en 34ste de beste voetballers ter wereld. Het klopt dat ze niet meer dezelfde spelers zijn als pakweg zeven jaar geleden, maar de twee hebben zich anders weten te profileren op het veld. Ze spelen anders en zijn soms meer afwezig in een partij, maar nog altijd fenomenaal.
Ongeziene prijzenkast
De prijzenkast van de twee is ook ongezien. Ronaldo won één keer het EK, één keer de Nations League, vijf keer de Champions League, drie keer de Engelse titel, één keer de FA Cup, één keer de League Cup, twee Spaanse titels, twee Spaanse bekers, twee Spaanse supercups, twee Italiaanse titels, één keer de Italiaanse beker, twee Italiaanse supercups, vier keer het
WK voor clubs, drie keer de Europese supercup, één keer de Portugese supercup en twee keer de Engelse supercup. Daarnaast won hij vijf keer de Gouden Bal.
Messi won op zijn beurt de Copa America, vier keer de Champions League, tien Spaanse titels, zeven Spaanse bekers, acht Spaanse supercups, drie keer het WK voor clubs, drie keer de Europese supercup en één keer de Olympische Spelen. Messi won zes keer de Gouden Bal.
Beiden zorgden voor een unicum in hun land. Ronaldo bracht in 2016 de EK-winst naar Portugal, de eerste prijs ooit voor het land. Messi wist Argentinië met de Copa America een eerste grote prijs in 28 jaar te laten winnen. Beiden hadden een zéér grote voet in die zege.
CR