Een nieuwe wind waait door de Bosuil. Op de bank zit voortaan Brian Priske als T1, in de bestuurskamer pakten Luciano D'Onofrio en zijn gevolg hun koffers. De ambities van voorzitter Paul Gheyens blijven echter ongewijzigd: Antwerp richting de landstitel loodsen.
De sterke man van de Great Old spaart daarbij alvast kosten noch moeite, zeker nu de regels rond de Financial Fair Play enigszins versoepeld zijn in het kader van de coronacrisis. In vergelijking met de afgelopen jaren, toen Antwerp zich voornamelijk focuste op goedkope targets of gratis binnen te halen vedetten, gooit het stamnummer één het op de transfermarkt dan ook over een heel andere boeg. Zo werden met Jelle Bataille, Bjorn Engels, Michael Frey en nu ook Michel-Ange Balikwisha reeds een aantal stevige versterkingen in huis gehaald, die dit keer ook eens wat mochten kosten.
Samen met het lichten van de aankoopoptie van Birger Verstraete, naar verluidt een tweetal miljoen, tastte Antwerp zo al flink in de buidel. Volgens de berekeningen van Het Laatste Nieuws komt de totale investering tot dusver neer op ongeveer 15 miljoen, zowat het driedubbele van wat het vorig seizoen spendeerde. Nochtans pakte men op de Bosuil toen eveneens uit met enkele forse namen, die weliswaar niet allen brachten wat van hen verwacht werd. Afwachten of de nieuwe lading spelers beter doet, en wie straks nog vertrekt om de kosten te dekken. Aurélio Buta en Martin Hongla lijken de voornaamste kandidaten.