Het is een wederkerend thema bij zowat elke interlandbreak: het aantal spelers van Anderlecht die opgeroepen worden voor de nationale ploeg. Vaak wordt dan gesuggereerd dat Vincent Kompany een goed woordje zou doen voor zijn jongens bij bondscoach Roberto Martinez, maar zelf blijkt de coach van Paars-Wit niet altijd opgezet met zijn vele internationals.
Dat liet hij althans uitschijnen tijdens zijn wekelijkse perspraatje. De voormalige verdediger blikte er onder meer terug op de eerste helft van het seizoen, die Anderlecht ondanks alle kritiek met een 29 op 51 nog degelijk doorkwam. Dat vond ook Kompany, die verder van mening was dat zijn elftal slechts zelden moest onderdoen voor de tegenstand. Alleen op bezoek bij Club Brugge en Beerschot gingen de Brusselaars dan ook onderuit, waardoor ze met twee stuks zowaar het minste aantal nederlagen tellen. Op het Kiel had er volgens Kompany bovendien mogelijk meer ingezeten.
"Dat lag misschien aan de nationale ploeg. Veel jongens kwamen toen net terug. We moeten ervoor zorgen dat dat niet meer voorvalt. Ook omdat we ons dat niet kunnen permitteren", luidde namelijk zijn opvallende verklaring. Zowel bij de Rode als Jonge Duivels fungeert Anderlecht inderdaad doorgaans min of meer als hofleverancier, al staat daar natuurlijk tegenover dat de recordkampioen geen Europees voetbal speelt én kan profiteren van dat uitstalraam. Daarnaast is de 89-voudig international een fervent voorvechter van het welzijn en de toekomst van het Belgisch voetbal.