RSC Anderlecht zag zaterdagavond een plaats in de finale van de Beker van België in extremis aan zich voorbijgaan. Na honderdtwintig minuten voetballen en een bloedstollende strafschoppenreeks was het KRC Genk dat aan het langste eind trok. Anderlecht-trainer John van den Brom reageerde met gemixte gevoelens achteraf. "Ik ben enkel ontgoocheld over het resultaat." "Als je ziet hoe mijn jongens zijn blijven knokken voor de gelijkmaker en hoe ze ook na de rode kaart voor Dieumerci Mbokani bleven kansen creëren, dan kan ik niet kwaad op ze zijn. Ik ben heel fier op het tiental dat er is blijven voor gaan, ik noem bewust Mbokani niet want daar ben ik heel kwaad op." In de 55ste minuut werd de Congolees met een rode kaart van het veld gestuurd na natrappen op het been van Jeroen Simaeys. "Ik heb het zelf niet gezien, maar de jongens op de bank zagen het wel. Op dat moment is het 0-0 en zagen we een gelijke strijd, we wisten dat zij moesten komen om de 1-0-achterstand uit de heenwedstrijd goed te maken. Zo kwam er meer ruimte, ook voor Dieu zelf en dan laat hij zich zo provoceren. Dat is zo dom en dat kan ik hem niet vergeven." "Het doet ontzettend veel pijn om de finale niet te halen. Ik wil niet weten van die verhalen over het feit dat we nu alles op de competitie kunnen zetten. Het leefde enorm bij de spelers om door te gaan en ik had er ook op gehoopt dat we als winnaar uit de strafschoppenreeks gingen komen, maar zoals je weet is strafschoppen en Anderlecht geen goed huwelijk."